
Geen enkel muzikaal genre heeft zich de laatste jaren zo onstuimig in Brabant gemanifesteerd als hiphop. Het is de drijfveer en daarmee de belangrijkste component binnen de sector die 'urban' heet. Over de term urban, Brabants talent en de muzikale ambities sprak Dock Zuid Magazine met drie culturele goeroes: Ruth Giebels, Frank Kimenai en Max de Beijer.
- Geschreven door Mark van Schaick
Urban sports en urban culture zijn verzameltermen die veel opduiken in beleidsstukken. “Het is wel elke keer weer knokken om uit te leggen wat we bedoelen. Toch merk ik: er is in Brabant minder angst voor de urban scene dan in andere delen van Nederland. Ze zien hier eerder de ondernemerskant ervan.” Dat zegt Ruth Giebels, creatief adviseur bij het kernteam Brabant Urban van BrabantSport en bij ZUIDLIJN, een serie culturele en creatieve events die de spoorzones van Breda, Tilburg, 's-Hertogenbosch, Eindhoven en Helmond met elkaar verbindt. “Urban arts, street art, dingen die op straat zijn ontstaan vanuit een gemis of een bepaalde onvrede, dat is de basis. Op Theaterfestival Boulevard stond een club dansers van Dukebox, met een jongen uit Etten-Leur die danste met een basketbal. Ik bedoel maar: als je ergens goed in bent, maakt het niet uit waar je vandaan komt. De scene is helemaal niet bezig met het stedelijke. Noem het maar de urban manier van werken: je hebt een idee, je gooit wat talenten bij elkaar en je laat het groeien. Lukt het niet, dan neem je die ervaring mee naar een volgend project. Volgens mij is dat de toekomst voor een heleboel sectoren.”
Schrijf & schetskamp
Als we het hebben over de muzikale ambities van de urban scene, dan hebben we het over hiphop. En hiphop is al drie decennia alive and kicking in Brabant. Eindhoven deed eind jaren tachtig van zich spreken met acts als D.A.M.N. en 24K. Tegenwoordig is Fresku het boegbeeld van de scene, die via het UrbanLab in ‘creatief platform’ Dynamo verzekerd is van een toestroom aan jong talent. Een belangrijke aanjager voor de Brabantse hiphop was Boogiedown, met tussen 2008 en 2018 festivals, clubavonden en party's in Breda én ver daarbuiten. Helmond heeft Urban Matterz, dat onder andere een jaarlijks terugkerend oldschool hiphopfestival organiseert. Het drukbezochte, driedaagse WOO HAH!, dat nu al twee jaar lang op het terrein van Safaripark Beekse Bergen in Hilvarenbeek plaatsvindt, is begonnen in de Hall of Fame in de Tilburgse spoorzone, een creatieve vrijplaats die ruimte biedt aan verschillende organisaties op het gebied van urban sports en cultuur. Den Bosch heeft met Dukebox een actief productiehuis voor urban & hiphop, dat al vier jaar activiteiten en projecten organiseert, zoals Vuist / Schrijf & Schetskamp, een samenwerking tussen urban initiatieven uit de vijf grote Brabantse steden. Het resulteert in tracks en videoclips en vervolgens in optredens in al deze steden. Giebels: “De rappers en producers worden bij elkaar gezet, dan de fotografen en filmers en de illustratoren erbij, en dan komen er tien nieuwe tracks uit met een professionale uitstraling.” Na de succesvolle editie van Vuist in 2017/2018, is afgelopen juni de aftrap gegeven voor de editie 2019/2020.
Fris voor de dag
Dit alles om te illustreren dat WOO HAH!, nu het grootste hiphopfestival van Europa, niet uit het niets komt. Toch zijn er allerlei onderscheidende factoren aan te wijzen die hebben gezorgd dat het een Brábants succesverhaal is geworden, aldus Frank Kimenai, muziekcoördinator bij TalentHub Brabant: “Neem alleen al het feit dat WOO HAH! op poten gezet kón worden. Door financiering vanuit de provincie kon de organisatie meteen grote stappen nemen met de programmering en de productie van het festival. Er zit een goed team achter, de combi 013 en MOJO heeft ervaring en visie. Zij hebben gelijk hoog ingezet. En je kunt fris voor de dag komen. In Brabant heb je minder last van bestaande conventies binnen de cultuursector, en van verhoudingen waar je rekening mee moet houden, zoals het geval is in de Randstad. Er was ook ruimte naast bijvoorbeeld Boogiedown. De provincie gaat er een paar jaar in mee omdat het van belang is dat zoiets in Brabant kan ontstaan. Dat zie ik niet zo snel gebeuren in andere delen van Nederland.”

Snelkookpan
De line-up van WOO HAH! kent grote Amerikaanse en Engelse namen, naast Nederlandse hiphop-toppers. Brabants talent kreeg anno 2019 toegang tot het festival via het ventiel van de WOO HAH! Pressure Cooker. Het concept kreeg vorm dankzij de samenwerking van TalentHub Brabant, UrbanLab in Eindhoven en managementkantoor We Shape. Kimenai: “Talentvolle rappers konden zich met artiesten en producers in de vakantiehuisjes bij het WOO HAH!-terrein voorbereiden op een optreden tijdens het festival. Daar werd met succes de creativiteit naar boven gehaald die die jonge gasten in zich hebben. Bij de WOO HAH! Pressure Cooker heb ik gemerkt, dat dit festival een enorme katalyserende werking heeft binnen de scene. Net als een initiatief als UrbanLab: je moet niet onderschatten hoezeer dat jonge mensen kan inspireren. Enerzijds heb je de wegbereiders, zoals Fresku die zijn eigen pad kiest, en anderzijds heb je deze podia. Als je ziet hoe gemotiveerd de jongeren zijn die een week op het park hebben doorgebracht, om hun tracks voor publiek te kunnen presenteren! Die gretigheid om bij zo’n festival als WOO HAH! te horen en er te kunnen presteren, straalt wel degelijk af op de Brabantse scene.”
Springplank
Tijdens eerdere edities vloeiden jong hiphoppers naar WOO HAH! via Talent Meets Talent van Tilburger Max de Beijer. Hij wordt omschreven als ‘matchmaker cultuur in de stad Tilburg, in opdracht van Fonds voor Cultuurparticipatie, Fonds Podiumkunsten en VSB Fonds’. Klinkt gewichtig genoeg, maar De Beijer is ook hoofdprogrammeur binnen de Stichting Hall Of Fame en vooral een hiphopliefhebber in hart en nieren. Met zijn eigen bedrijf To The Max Entertainment runt hij het bovengenoemde talentontwikkelingstraject. Daarnaast verzorgt hij het management en de boekingen van hiphopartiesten als Gil & Megas, Zeno, Newtune, ATLouis en DJ Sha'O. Talent Meets Talent móest naar de Hall of Fame, vond De Beijer. Hij wilde upcoming urban artiesten een platform bieden dat als springplank kan dienen naar andere podia en festivals. “Omdat ik het nodig vond dat hiphoptalent, rappers zowel als producers, elkaar konden ontmoeten en een podium kregen. Dat werd later een plek waar voltallige acts, dus met rapper, producer en DJ, zich konden showcasen. Om het ook voor het publiek aantrekkelijker te maken, zeg maar. De eerste editie van WOO HAH! was net geweest en we merkten dat het voor lokale acts echt moeilijk was om de stap te maken naar een podium waar je serieus genomen werd. Er was gewoon geen speelplek. En in het tweede jaar WOO HAH! kreeg Talent Meets Talent een plek in het programma. Zo werd het de opstap van de eerste podiumervaring naar een heel groot festival. Dat was supermooi.”

Professionalisering
Talent Meets Talent blijft in ontwikkeling, zegt De Beijer: “In 2020 staan we bijvoorbeeld met een editie in de Mezz in Breda. Omdat we vinden dat Talent Meets Talent niet enkel van Hall of Fame en WOO HAH! moet zijn, maar ook zoveel als mogelijk aan moet haken bij de reguliere poppodia. Als acts zich daar kunnen bewijzen en geleidelijk groeien, achter Fresku aan, zeg maar, dan moeten ze ook wel opvallen op een groot festival.” Giebels wijst op het feit dat bij Fontys Hogeschool voor de Kunsten in Tilburg urban contemporary dance nu in het afstudeerprogramma is terug te vinden. Het is een voorbeeld van de stap naar professionalisering die urban arts zouden moeten maken, zegt zij. “Als je aan het breaken bent, aan het battlen, dan kun je niet echt een verhaal vertellen. Maar een club als The Ruggeds uit Eindhoven, die nu internationaal doorbreekt, die hebben die stap gezet. Zij zoeken die professionalisering. ” Dat hiphop een van de populairste genres binnen de Nederlandse popmuziek is maar desondanks onbegrepen blijft buiten de scene, belemmert soms het beleid maken, zo ervaren Kimenia, De Beijer en Giebels alle drie. De Beijer: “Tussen de volwassen cultuurwereld en de hiphopscene, en eigenlijk de hele urban scene, zit nog steeds een kloof. De taal die de partijen in de scene spreken als ze zich willen presenteren is totaal anders dan die van de fondsen.” En dat zal misschien wel nooit veranderen. Kimenai: “Wat ik zo cool vind is dat het een jong genre is, met heel hongerige kids vol energie. On stage, maar ook in het publiek. Precies zoals een succesvol hardcore punk-optreden er twintig jaar terug uitzag. De vorm is per generatie anders, maar de energie is hetzelfde.”
Dit artikel is origineel geplaatst in het Dock Zuid magazine. Dock Zuid, thuishaven voor muziek, presenteert voor de tweede keer een festival waarbij Brabantse makers centraal staan: DOCK FEST #2. Voor deze editie slaat Dock Zuid de handen ineen met Pier 15 Skatepark, Podium Bloos en Hall of Fame voor een festival rondom de Brabantse hiphop en urbanscene. In de samenwerking tussen de bruisende Brabantse spoorzones, vinden de concerten afwisselend in Breda en Tilburg plaats van donderdag 28 tot en met zaterdag 30 november.