
De muzikale traditie is in Brabant en Limburg al eeuwenlang onverwoestbaar. Harmonie en fanfare hren bij het Zuiden. Maar nu hebben de blaasorkesten het zwaarder dan ooit. Jongeren hebben al zoveel te doen en haken af. De hoop is gevestigd op een terugkeer van het gemeenschapsgevoel. 'Mensen willen weer in gezamenlijkheid beleven.'
- Geschreven door Mark van de Voort, foto's door Sigrid Calon.
'Blaosmeziek op eine sjone zndigmorge. Blaosmeziek bleust mich mver.' Uit volle borst zingt Limburger Gé Reinders zijn grote hit 'Blaosmuziek'. Een ode aan de blaasorkesten in zijn streek. Over muziek vol weemoed die je omver kan blazen en het verlangen naar gouden tijden weet aan te wakkeren. De harmonieën, fanfares en brassbands in een dorp of stad beantwoorden nog altijd aan dat nostalgische oergevoel. Muziekgezelschappen die in veel dorpen en steden nog steeds een centrale plek hebben en staan voor saamhorigheid en discipline door een gedeelde hartstocht voor muziek. Een ijzersterke, diepgewortelde traditie die soms eeuwen overspant.
Maar de 21e eeuw vraagt om een herdefiniëring van het blaasorkest. De laatste decennia staan bol van de culturele en maatschappelijke veranderingen en ook de Hafabra-wereld (Harmonie-Fanfare-Brassband) moet uit haar bastion breken wil het overleven in hectische tijden.
Teveel te doen
Eén van de belangrijkste problemen: de vergrijzing en de werving en het behoud van jonge leden. Er is in ieder geval een hoopvolle landelijke trend, oppert Bart van Meijl, voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Muziek Organisatie (KNMO). 'Het aantal beoefenaars van blaasmuziek neemt niet drastisch af. Wel zijn er steeds minder muziekverenigingen en meer fusies. Het hele verenigingsleven staat sowieso onder druk. Brabant wijkt daarbij niet af van de landelijke trends.'
Het probleem is vooral de jeugd die zich niet meer wil binden aan vaste momenten in een week. 'Er is gewoonweg teveel te doen', ziet Van Meijl. 'Elke maandag een uurtje repeteren bij je club is niet meer vanzelfsprekend.' Zelfs kinderen hebben tegenwoordig een drukke agenda, ziet hij. Voetbal, computeren en ja, de muziek moet daar ook nog tussen gepland worden. 'Het werven van jeugd lukt nog wel, maar het vasthouden van jongeren zodra ze ouder worden, dat is steeds lastiger.'
Blaasorkesten moeten de boer op, meent Van Meijl. 'Zoek bijvoorbeeld de samenwerking op met plaatselijke muziekscholen en basisscholen. Maar kijk ook goed hoe andere verenigingen in je omgeving leden weten te binden.'
Groot belang voor gemeenschap
Het Tilburgse Fontys Conservatorium leidt zowel docenten blaasinstrumenten op als dirigenten voor harmonie- en fanfareorkesten. Studiecoördinator Nico Vis: 'De animo voor het musiceren in amateurblaasorkesten staat in heel ons land minder in de belangstelling. Ik denk dat je kinderen op de basisschool al moet laten kennismaken met blaasmuziek. Onze trombonedocent Mark Boonstra promoot met zijn New Trombone Collective de trombone en de blaasmuziek onder schoolgaande jongeren. En heeft daar veel succes mee.'
Vis ziet ook in de rest van het land talloze interessante initiatieven. 'Zo nodigt het Metropole Orkest amateurs uit voor hun concerten. Aanvullend geven orkestleden workshops op repetities van plaatselijke amateurmuziekverenigingen.'
Het belang van muziekverenigingen voor een gemeenschap blijft onverdeeld groot, vindt Frank de Jong, adviseur kunstbeoefening bij Kunstbalie (Brabantse organisatie voor cultuureducatie en amateurkunsten) en actief als harmoniedirigent. Maar niet iedere vereniging kan momenteel het hoofd boven water houden. 'Steeds meer verenigingen fuseren en 1+1 is niet altijd 2. Als twee orkesten samengaan, leidt dat niet altijd tot een extra groot orkest. Er kunnen leden afvallen. Zeker bij de kleinere muziekverenigingen heb je dan een daadkrachtig bestuur nodig en een dirigent die de kar blijven trekken.'
Meer lef tonen
Wat niet helpt, is de gestage teloorgang van de muziekscholen. Plekken waar aspirant-leden van blaasorkesten traditiegetrouw hun opleiding krijgen. De Jong: 'Veel muziekinstellingen vielen de afgelopen jaren om. In Brabant gingen we van 26 naar 17. En dat worden er nog minder. Een aantal grote muziekverenigingen, zoals harmonie Oefening en Uitspanning uit Beek en Donk, houden de opleiding in eigen hand. Maar de kleinere verenigingen beschikken vaak niet over een eigen opleiding en hebben het moeilijk.'
Volgens ervaren blaasorkestdirigent Alex Schillings moet de gangbare muzikale smaak binnen de blaasmuziek veranderen. 'Cross-overs met pop en klassieke muziek moeten de orkesten een breder muzikaal smoel geven.' Verenigingen moeten met meer lef gaan programmeren en een breder publiek gaan aanspreken, vindt Nico Vis. 'Denk aan thematische concerten of samenwerking met bekende artiesten.' Nodig gastdirigenten uit die gespecialiseerd zijn in een bepaald genre of een specifieke stijl, oppert Vis. Frank de Jong hoopt dat de blaasorkesten hun gesloten vesting meer en meer durven te verlaten. 'Naast de vaste kern aan musici zou een orkest bijvoorbeeld ruimte kunnen bieden aan ad hoc musici die flexibel inzetbaar zijn.'

Terug naar traditionele waarden
Een andere optie is de keuze voor een heterogeen muziekgezelschap, stelt De Jong voor. 'De muziekvereniging van de toekomst moet uitgroeien tot een grote paraplu met daaronder meerdere muzikale smaken en ook andere, heterogene ensembles. Denk bijvoorbeeld aan meer rockgeoriënteerde groepen waarin gitaristen en keyboardspelers hun ei kwijt kunnen. Op die manier versterk je als vereniging je identiteit als dé belangrijkste muziekplek binnen een dorp of kleine gemeenschap.'
De grootste drijfkracht van muziekverenigingen en blaasorkesten is en blijft het aloude verenigingsgevoel. 'In een tijd van individualisering blijft het creëren van zo'n gemeenschapsgevoel de belangrijkste overlevingsstrategie voor ieder orkest', meent KNMO-voorzitter Bart van Meijl. Volgens hem is er een tegenbeweging gaande waarbij we als mensen weer terugverlangen naar oude, traditionele waarden. 'Kijk naar de onverwacht grote populariteit van een tv-programma als Heel Holland Bakt. Mensen willen weer in gezamenlijkheid ondernemen en beleven. Muziekverenigingen kunnen meevaren op zo'n trend. Daar putten we absoluut hoop uit.'
De foto's bij dit artikel zijn van nieuwe vaandels voor 9 Tilburgse Harmonieën en Muziekverenigingen. Gemaakt door Sigrid Calon in opdracht van het Textielmuseum en Stichting Kant, ter gelegenheid van TILBURG TEXTILES 2011.