Zoek bijvoorbeeld naar een activiteit of pagina

Zeg je ‘cultuureducatie’ dan heb je het over alles wat plaatsvindt op het snijvlak van onderwijs en cultuur. Over kunst in de klas en ver daarbuiten. Over prikkelen, verrijken en verbinden. Breed en belangrijk dus. En ook actueel. Want 2020 gaat de geschiedenisboeken in als een pittig jaar voor beide sectoren. Zowel financieel als organisatorisch. Thuisonderwijs of juist onderwijs op anderhalve meter. Het nagenoeg wegvallen van de culturele agenda. Er zijn drempels genoeg in onze nieuwe werkelijkheid. Tijd dus voor wat broodnodige duiding én een constructieve blik op de toekomst. In dit laatste artikel van het drieluik rondom het thema cultuureducatie spreken we met Jitske Steenaart, adviseur cultuureducatie bij Kunstloc Brabant en Karin Kotte, trainer procesgericht didactiek in het primair onderwijs. Een verrijkend gesprek over burgerschap, het vinden van je eigen ‘ik’ en hoe cultuureducatie daarbij kan helpen.

In verhouding tot de wereld

“Burgerschap is jezelf, je kracht en je zwaktes kennen. Hierdoor kun je iets betekenen voor jezelf en de ander. Je bent altijd onderdeel van een groter geheel,” stelt Karin. Jitske knikt instemmend: “Jij in relatie tot je omgeving, dat is burgerschap. Maar om die verhouding vorm te geven, moet je eerst jezelf én je omgeving kunnen duiden.”

Maar het duiden van jezelf in dit digitale tijdperk vindt Karin een lastige kwestie: “De sociale media geven verschillende visies van wie je zou moeten zijn. Hoe verhoud je je tot alle onuitgesproken normen die er zijn. Hoe blijf je dicht bij jezelf? Vroeger waren er ook problemen en normen, maar nu is het divers en complex. Je kunt de ‘ik’ moeilijk vinden of vasthouden. Cultuureducatie kan helpen bij het vinden van die ‘ik’. Je eigen expressie vinden en die uit te durven drukken. Bij andere vakken staat het antwoord achterin het boek, bij cultuureducatie ben jij het antwoord.”

Jitske vult aan: “Cultuureducatie stimuleert en biedt ruimte voor een experimenterende houding. Het stelt je in staat om jezelf te ontdekken en uit te drukken.” Volgens Karin is zo’n experimentele houding cruciaal in je verdere leven: “Eén van de belangrijkste dingen van cultuureducatie is leren experimenteren en fouten maken. Als je dat durft en integreert in je leven, dan is dat bevrijdend en staat niets je in de weg om te groeien.”

Betekenisvol onderwijs

“In het primair onderwijs zijn we iets te vaak gericht op ‘wij moeten kinderen het antwoord geven!’ Met cultuureducatie laten we dat los,” stelt Karin. “Het is een mooie weg om te oefenen met ruimte geven aan de leerlingen zelf. Het antwoord uitstellen, ruimte voor gesprek, verbeelding en meningen. Wanneer leerkrachten merken dat leerlingen dit fijn vinden sijpelt het door naar de reguliere vakken zoals wereldoriëntatie, rekenen en taal.”

Het vakoverstijgend inzetten van cultuureducatie wordt al regelmatig gedaan. Bij het leren van de tafels is het bijvoorbeeld mogelijk om muziek in te zetten. “Door het auditief geheugen aan te spreken, onthouden leerlingen de stof beter. Het inzetten van creatieve manieren van leren, spreekt leerlingen aan op meerdere vormen van ‘knapheid’. Niet ieder kind is ‘reken- of taalknap’, maar wel beeld- of muziekknap bijvoorbeeld,” legt Jitske uit.

Karin vult daarop aan: “Het lijkt me ook geweldig om bijvoorbeeld taal te koppelen aan creatief schrijven, maar we moeten goed onderzoeken of het echt de ambitie is om alles te integreren.” Ondanks deze slag om de arm vinden Karin en Jitske dat kennis en creativiteit elkaar zeker aan kunnen vullen.

Dit is een mooi vooruitzicht, maar één van de problemen waar een docent tegenaan loopt is het gebrek aan eigen ervaring met cultuureducatie. “Als docent neem je vaak je eigen ervaring mee de klas in. Neem het vak geschiedenis, die lessen van vroeger zijn je referentiekader. De meeste docenten hebben echter zelf nooit cultuureducatie gehad op school,” legt Karin uit. Daar komt bij dat er op de lerarenopleiding vaak onvoldoende ruimte en aandacht is voor cultuureducatie en integratie hiervan in het curriculum. Karin vindt alleen niet dat de kwaliteit van de lerarenopleiding onderschat moet worden: “Je wordt wel goed geschoold op de lerarenopleiding, alleen de transitie kan niet alleen via die opleidingen komen.”

Daar kunnen experts zoals Karin en Jitske gelukkig bij helpen. “Ik train teams, bestaande uit onder andere leerkrachten en directeuren in het primair onderwijs,” vertelt Karin. “Ik probeer deze teams bewust te maken van wanneer onderwijs betekenisvol wordt. Van productgericht onderwijs naar onderwijs waar er een beroep wordt gedaan op probleemoplossend vermogen; nieuwsgierigheid, verwondering en experiment. Het accepteren van fouten en frustraties. Dát proces mag in het onderwijs verwerkt worden. Ik noem dat procesgerichte didactiek. Door zowel divergerend als convergerend te werken en handelen spreek je het brein aan, worden leerlingen enthousiast en kunnen ze soms niet stoppen.”

De samenwerking tussen Karin en Jitske is cruciaal. Jitske: “Wij vanuit Kunstloc Brabant willen de kwaliteit van cultuureducatie op scholen verbeteren. Via het programma De Cultuur Loper is het bijvoorbeeld mogelijk om mensen met expertises zoals die van Karin in te zetten op een school. Door scholing en coaching worden de leraren vaardiger en bekwamer met cultuureducatie en kunnen zij dit overdragen aan hun leerlingen.”

Een blik in de toekomst

Jitske en Karin zijn er beiden van overtuigd dat cultuureducatie in de toekomst een grotere rol zal krijgen. “Het verplichten van beleid op cultuureducatie voor scholen (door de onderwijsinspectie red.), zou eraan bij kunnen dragen dat cultuureducatie niet iets is wat buiten of naast het curriculum valt,” vertelt Jitske. “Het zou fantastisch zijn als elke school een visie heeft op cultuureducatie en weet wat de waarde en betekenis van cultuureducatie is voor hun onderwijs. Op die manier is een school ook in staat dit te vertalen naar culturele activiteiten voor hun leerlingen.”

Karin: “Toetsen vind ik eng om aan cultuureducatie te koppelen, monitoren lijkt me wel goed. Cultuureducatie is eigenlijk ook een vorm van didactiek. De kunstvakken kunnen centraal komen te staan in het onderwijs. Taal en rekenen zijn natuurlijk cruciaal, maar wat wel kan is andere vakken betekenisvolle verwerkingen geven in cultuureducatie. Zoals een leraar ooit zei: “Doordat ze gaan creëren met de inhoud wordt deze inhoud verankerd in de leerling.’”

Jitske is het hier mee eens: “Leerlingen dienen uitgedaagd te worden om te leren. Tegenwoordig is veel van de kennis die je overdraagt ook beschikbaar via allerlei digitale kanalen. Zorg er dus voor dat de manier van leren aansluit bij de belevingswereld van de leerling. Dat kan door cultuureducatie te integreren. Als het bij geschiedenis over de Romeinen gaat, kun je leerlingen bijvoorbeeld ook een Romeins fort laten nabouwen in Minecraft. Op die manier spreek je meerdere vaardigheden en manieren van leren aan.

Karin en Jitske hopen dat bestuurders en leraren gaan inzien dat cultuureducatie een waardevolle bijdrage levert aan het onderwijs en gemakkelijk valt te integreren, maar beseffen dat dit niet zomaar gebeurt. Karin: “In kleine stapjes kun je de meute meekrijgen. Of je kunt met mensen in één keer opstaan en samen een groot verschil maken.”

Meer weten hierover?

Neem contact op met mij.

Drieluik lang leve de vragenstellers

De drieluik is onderdeel van de campagne 'Lang leve de vragenstellers'. Want voor de ontwikkeling van een nieuwsgierige houding bij kinderen en jongeren is cultuureducatie essentieel. Het daagt hen uit om open vragen te stellen. Om hun verwondering en verbeelding in te zetten. Kunstloc zit haar expertise en netwerk in om cultuureducatie nog sterker te verankeren binnen Brabantse scholen en onderwijsinstellingen.

Lees meer