Het zijn niet de artiesten of de podia die het hart van een festival vormen, maar de volgers. Groepjes, vaak vrienden van vrienden van vrienden, die zich laten leiden door die ene maat met het blokkenschema. Dat schrijft Nathan Vos in de Volkskrant. Onderzoek laat zien dat festivals meer doen dan alleen vermaken. Het gedeelde ritme, de informele interactie en spontane subgroepjes versterken mentale gezondheid: we voelen ons socialer, betekenisvoller en meer verbonden. Volgen is geen onderdanigheid. Het is een vaardigheid, een voortdurende les in aandacht, bescheidenheid, weten wanneer je moet bewegen of juist wachten.
Maar buiten de festivalhekken, belandden we snel weer in een cultuur die leiderschap verheerlijkt. Leiderschap is een marketingproduct geworden, vergelijkbaar met dat van finfluencers en fitnessgoeroes. Te veel nadruk op leiden, botst met ons oerbrein. Onze hersenen zijn niet gebouwd voor permanente top-down controle, alleen voor wisselend leiderschap én volgen. We kunnen het festivalmodel een beetje overnemen, op de werkvloer, in de klas, in de politiek. Opnieuw leren bewegen zonder domineren, openstaan voor het onverwachte en ruimte geven zonder meteen in te grijpen.