Aangemaakt op: di 11 aug. 2020
Het klinkt als een ongewone combinatie: boeren die intensief samenwerken met de creatieve sector. Toch gebeurt het, en steeds vaker. Kunstenaars, ontwerpers en boeren hebben elkaar juist heel veel te bieden. Maar wat dan precies? We spraken erover met Marjon Krol (ZLTO), Tiny Schepers (varkensboer bij de Heyde Hoeve) en Sietske Klooster (zelfstandig ontwerper en buitenpromovenda bij TU/e).
Sinds 2015 werken Brabantse boeren, ontwerpers en kunstenaars in zogenaamde FoodLabs samen aan vraagstukken op het gebied van voedseltransitie. Ze gaan hierin bijvoorbeeld aan de slag met oplossingen rond intensieve veehouderij en voedselverspilling. Marjon Krol is er vanaf het begin bij betrokken. Als projectleider markt en keten ZLTO (Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie) vertaalt ze maatschappelijke ontwikkelingen naar kansen voor ondernemers in de agrarische sector. “Over transitie en transitieprocessen wordt vaak wat abstract gesproken. Maar in zo’n FoodLab wordt het juist heel concreet, omdat je met mensen aan de slag gaat die de transitie moeten doormaken. De boeren zijn hoofdrolspeler in het hele traject. En de ontwerpers, de creatieve wereld, die helpen hen daarbij.”
Kunstenaar + boer
Eén van die boeren is Tiny Scheepers. Hij deed mee aan het allereerste FoodLab. Samen met vier andere varkensboeren runt hij de Heyde Hoeve. Transparantie is voor hen belangrijk. Maar daar lag nu ook juist de uitdaging: veel consumenten kennen het verhaal van het lapje vlees – dat later op hun bord ligt – niet meer. De afstand tussen burger en boer is te groot geworden. Dat het vlees van de Heyde Hoeve bijvoorbeeld veel beter houdbaar is, duurzaam wordt geproduceerd en dat het bovendien veel malser is dan veel andere varkenslapjes, is bij hen niet bekend.
Via Marjon kwam hij terecht bij FoodLabPeel. “Ik dacht toen wel: wat moet ik met een kunstenaar?” vertelt hij. Tijdens een matchmaking sessie werden boeren en kunstenaars aan elkaar voorgesteld. “De klik met kunstenaar Koen Vanmechelen was meteen heel goed”, herinnert Tiny zich. “Zijn visie op biodiversiteit en duurzaamheid paste bij die van mij. En dan heeft hij ook nog eens een netwerk waar je stil van wordt.” Marjon glimlacht: “Bij ZLTO en bij de stuurgroep landbouw innovatie Brabant stonden maatschappelijke vraagstukken natuurlijk ook op de agenda. Maar hoe creatief je zelf ook bent, merk ik, het is lastig om buiten je eigen straatje te denken. De samenwerking met een kunstenaar brengt een ander perspectief. Ze stellen andere vragen, kijken anders tegen ons werk aan. En dat is nodig om echt iets te kunnen veranderen.”
Lucy Dog
Hoe zorg ik als boer voor nog meer transparantie in mijn werk, en op welke manier toon ik vervolgens die unieke kenmerken van mijn product in de markt? Samen met KoenVanmechelen ontwikkelde Heyde Hoeve het concept voor Lucy Boar. Met onder andere een foodtruck zijn Tiny en zijn collega’s sindsdien te vinden op evenementen. “Aan de ene kant van de foodtruck staan de varkens”, legt Tiny uit. “En aan de andere kant kun je een ‘Lucy Dog’ kopen. Geproduceerd van het vlees van diezelfde varkens.” Mensen reageren heel verschillend op de truck, vertelt Tiny. Sommigen vinden het best confronterend, anderen vinden het mooi om te zien dat de varkens er zo vrij en gezond uitzien. “Uiteindelijk doet het bij iedereen iets. Ineens is die worst geen anoniem stuk vlees meer, maar een product met een geschiedenis. En dat is wat we wilden bereiken.”
Open einde
Aan de ene kant, blikt Tiny terug, heeft Lucy Boar al veel opgeleverd. Een goede manier om het verhaal te vertellen aan consumenten, kopers en andere ketenpartners. Toch heeft hij een kanttekening. “Ons vlees is op een andere manier geproduceerd. Met oog voor de natuur, het dier en ook gericht op malsheid en smaak. Daartegenover staat een iets hogere prijs dan mensen misschien gewend zijn. En die acceptatie is er nog niet. Ook het traject met Koen brengt nog geen extra geld in het laatje”, vertelt hij.
Wel is hij zoveel jaar later nog steeds betrokken bij de Heyde Hoeve. “De samenwerking met Koen was prettig – we hebben nog steeds contact. Maar voor zo’n project moet je echt een lange adem hebben. Daar hebben we ons misschien wel op verkeken”, zegt hij. Als boer ben je immers ook gewoon druk met je onderneming draaiende te houden. Tiny: “Als ik het nog eens opnieuw moest doen, dan zou ik vanaf het begin af aan marktpartijen, zoals supermarkten en keurslager, bij het project betrekken. En dat zij toezeggen dat ze hun nek willen uitsteken voor ons product. Want om dit te laten slagen is niet alleen verandering vanuit ons als boeren nodig, maar ook vanuit de verkopers en de consument. Samen maken we een echte verandering mogelijk.
Sietske Klooster
Sietske Klooster is als zelfstandig ontwerper aan de TU/e verbonden. Hier doet ze ontwerpend onderzoek naar de rol van de creatieve industrie in grote veranderingen in het agrifoodsysteem. Daarvoor werkt ze samen met onder andere Agri meets Design. Haar MelkSalon, en wat ze daaruit leerde, gebruikt ze als praktijkcasus. Terugkijkend, zegt Sietske, waren de afgelopen jaren niet alleen voor de boeren maar ook voor haarzelf enorm leerzaam. “Veranderingen op het gebied van voedselproductie en de manier waarop we met voedsel omgaan, duren lang. Je moet er jaren in blijven investeren”, weet ze nu.
Bij de MelkSalon begon dat heel voorzichtig: eerst met het laten proeven van melk. Toen boeren ervan overtuigd waren dat het inderdaad anders moest, dacht ze samen met hen – in co-creatie – na over hoe het dan anders zou kunnen. Welke mogelijkheden en bedrijfsmodellen zijn er nog meer te bedenken? “Melk is een ambachtelijk product. Wat we drinken, komt onder meer tot stand door keuzes die een boer maakt. Over koeienras, soort gras, keuze voor voer en nog veel meer. Maar vaak weet de consument dat niet. Ieder pak in de supermarkt is toch hetzelfde?” Sietske vindt dat zonde. Het respect voor het product melk, voor de verfijning in smaak en voor de keuzes die de boer maakt moeten beter in beeld komen. Melk is namelijk veel meer dan het fabrieksproduct dat bij de supermarkten in de schappen staat. “Er is te weinig waardering voor wat de boer produceert. Dat komt aan de ene kant door hoe het systeem nu is ingericht: alles draait op eenvormigheid en massaproductie. Aan de andere kant is de boer het rechtstreekse contact met de consument kwijt geraakt.”
Trots op je unieke product
Met haar MelkSalon liet Sietske boeren, producenten en consumenten de smaaknuances tussen melk van verschillende boeren en koeien proeven. “In eerste instantie waren de meeste boeren ook sceptisch. Dus ik begon met schenken van melk aan hén. Na verloop van tijd zag ik dat er steeds meer boeren waren die dachten: hé, dit is mijn product. En dat ze daar ook trots op waren. Dat was mooi om te merken.” Op een bepaald moment gingen boeren zelfs door de smaak en samenstelling van de melk in gesprek over elkaars bedrijf. “Dan smaakte melk bijvoorbeeld heel licht naar hout. En dan ging het over: komt dat misschien door de houtsnippers die bij jou op de grond liggen? Ik vind dat prachtig”, vertelt Sietske. Boeren weten zo weer waar ze het voor doen. Hun unieke, natuurlijke product. Met kenmerken en eigenschappen die voortkomen uit keuzes die zij maken. En dan weet je ook beter wat je over je product wil vertellen: aan de producenten, aan supermarkten en aan consumenten. “Als je als boer de passie voelt waarmee je ooit aan het vak begon, dan kun je dat ook makkelijker overdragen aan anderen.”
Haar doorzettingskracht, haar vermogen om vragen te stellen over de melkketen en om betrokkenen een spiegel voor te houden, zorgde er onder meer voor dat Sietske samen met agritech bedrijf Lely werkte aan innovatie op het gebied van zuivelverwerking. En ook onder consumenten ziet ze steeds vaker dat mensen behoefte hebben aan een product met een verhaal, en, belangrijker nog, waarin de oorsprong te proeven is. “Dat is de laatste jaren wel in een stroomversnelling gekomen. Je ziet het veranderen. In de supermarkt staan bijvoorbeeld steeds vaker nieuwe zuivelproducten en andere agrarische producten direct van de boer. En tijdens de coronacrisis kochten mensen massaal bij lokale boeren.”
Het verhaal van melk
“Tussen mij en de boeren met wie ik werk klikt het vaak heel goed. We lijken op bepaalde vlakken erg op elkaar: we zijn ondernemers en we maken allebei iets. Op andere punten verschillen we juist weer enorm. Dat zorgt ervoor dat we elkaar op andere sporen kunnen zetten dan die we normaal belopen.” Wat hoopt Sietske met haar werk en onderzoek te bereiken? “Mensen weten nu vaak niet meer waar eten vandaan komt. Of hoe het geproduceerd is. We zijn zover af komen te staan van één van onze basisbehoeften. Daar wil ik iets aan doen”, besluit ze bevlogen. “En als ik daar door mijn werk iets aan kan veranderen, dan heb ik mijn doel al bereikt.”
FoodLab
FoodLab is als werkmethode ontwikkeld door Kunstloc Brabant. In samenwerking met ZLTO is de methodiek aangescherpt in de praktijk. Een FoodLab wordt ingezet rond complexe vraagstukken waarvoor innovatieve oplossingen nodig zijn. Denk bijvoorbeeld aan voedselverspilling en intensieve veehouderij. Partijen uit de agrofoodsector en de creatieve sector werken op basis van co-creatie met elkaar samen. Koppels van ontwerpers en ondernemers (verwerkers/telers) werken aan een vraagstuk. Samen ontwikkelen ze een oplossing voor het specifieke vraagstuk. De koppels werken gedurende enkele maanden intensief samen. Interesse? Neem contact op met Netty van der Kamp.
FoodLab Peel en FoodLabFood Heroes werden ondersteund door provincie Noord-Brabant met een bijdrage uit de impulsgelden.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk in de innovatiegids ‘All Inclusive!’. In deze gids laat Kunstloc Brabant zien wat de kracht van kunst is bij belangrijke maatschappelijke opgaven, zoals de energietransitie, leefbaarheid in de wijken en goede zorg en welzijn. Vraag een exemplaar op, bekijk de volledige gids online of haal een exemplaar op in de LocHal in Tilburg!