Al het cultuurnieuws uit Brabant en de rest van Nederland op een rijtje. Wil je wekelijks een overzicht van deze Trends & Ontwikkelingen ontvangen per mail? Meld je dan aan voor onze Trends & Ontwikkelingen nieuwsbrief!
Trends & Ontwikkelingen
Alle artikelen
De verkiezingsuitslag heeft tot paniek en pessimisme in de cultuursector geleid, stellen Joost Heinsius en Henk Krijnen.
Zij stellen echter vast dat het gros van de instellingen vooral gefocust is op het etaleren van kunst van gearriveerde kunstenaars en op een publiekstrekkend aanbod voor oudere en hoogopgeleide kunstliefhebbers, met als doel het rondkrijgen van de exploitatie. Veel kunstenaars komen niet aan bod. Zeker niet die kunstenaars die samen met bewoners aan nieuwe kunstuitingen werken, in de straten van de grote steden en de dorpen op het platteland, in de zorg, in de wijk. Zij leggen in hun artistieke praktijk ongebruikelijke verbindingen tussen zorg, welzijn en cultuur, tussen mensen van allerlei komaf. Maar de subsidie komt vooral terecht bij de gangbare podia en de traditionele kunstdisciplines. De achterhaalde inrichting van het cultuurbestel en de eenzijdige beoordelingscriteria zorgen er samen voor dat maar weinigen het verband zien tussen hun eigen betrokkenheid bij kunst en cultuur en het huidige cultuurbeleid.
Logisch dat het de culturele sector al lange tijd niet lukt om dat verband duidelijk te maken. Het deel van de sector dat zich richt op de klassieke kunsten wil zijn positie niet kwijt en houdt daarmee de afstand tussen zichzelf en de rest van Nederland in stand. Dat is doodzonde. Want de artistieke en maatschappelijke waarde van de cultuursector begint bij de kunstenaars en bij hun werkpraktijk. Waarom het cultuurbestel dan niet zó inrichten dat zij daar het middelpunt van vormen?
Er wordt heel voorzichtig gesproken over een grootschaliger inzet van kunstenaars op verschillende niveaus van de samenleving. Van een serieuze en brede beleidsinzet gericht op grotere groepen kunstenaars en het bereiken van de hele samenleving is nog steeds geen sprake. En precies dit is hard nodig. Heinsius en Krijnen pleiten voor een ander cultuurbestel, met andere selectiecriteria. En moeten budgetten fors worden verschoven. Nee, dat betekent niet bezuinigen op kunst en cultuur, integendeel. Een grotere maatschappelijke inbreng van kunstenaars vergt juist meer geld. De cultuursector mag wellicht hopen dat de nieuwe rechtse wind overwaait, maar als ze niet snel inzet op echte verandering in de sector zelf, komt ze bij de volgende verkiezingen wederom van een koude kermis thuis.
08-01-2024,
Bron: NRC
Op verzoek van EenVandaag schreef Anne Breure, voorzitter van Kunsten ’92, een brief aan informateur Ronald Plasterk.
"De verkiezingsuitslag heeft ons onbetwistbaar één ding laten zien over de samenleving: het kan zo niet verder. We wíllen zo niet verder." (…) "Mensen hebben van links tot rechts gestemd voor verandering. We geloven allemaal dat het anders moet. Een grote meerderheid ervaart onzekerheid over hoe het verder gaat. Met hem of haar, met zijn of haar kinderen, met het land, met de wereld." We hebben als samenleving een plek nodig waar we kunnen reflecteren op deze tijd, zegt Breure. "Een plek waar we verhalen delen, waar we nieuwe perspectieven horen, de ander zien. Een plek die ons troost, verrijkt en inspireert." Die plek vind je in kunst en cultuur, daar is ze van overtuigd. "Het is de plek die we als samenleving altijd hebben gehad, die onze waardengemeenschap vormt en voedt. Die onze democratie kenmerkt. Het is een veilige plek waar je maximaal risico kunt nemen."
Kunsten’92 maakt zich wel zorgen. De PVV zegt in het verkiezingsprogramma 'onzinnige subsidies voor kunst en cultuur' te willen schrappen. De VVD wil het btw-tarief voor culturele goederen en diensten verhogen van 9 naar 21 procent. Dat moet 400 miljoen euro opleveren. "Kunst en cultuur is nu 0,3 procent van de rijksbegroting. Daarmee kun je zeggen dat de sector eigenlijk voor het allergrootste deel op eigen benen staat en een heel klein stukje gesubsidieerd wordt. De overheid hoeft maar 0,3 procent te investeren om vervolgens een fantastisch florerende sector te hebben." Het is belangrijk dat cultuur voor alle Nederlanders bereikbaar is, vindt Breure. Ze hoopt dan ook dat het komende kabinet er toch in wil investeren in plaats van erop te bezuinigen. "In elk dorp en elke stad moeten er passende culturele voorzieningen zijn. Daarom is het belangrijk dat het verankerd wordt in de wet op gemeentelijk niveau. Dan heeft de gemeente de taak om dat te waarborgen."
Bestuurders, beleidsmakers en gebiedsontwikkelaars zijn continu bezig Nederland beter en mooier te maken, van de straat tot de wijk, de stad tot metropoolregio's. Daarbij moeten zij rekening houden met externe trends en ontwikkelingen. Stadszaken zette belangrijke trends voor 2024 op een rij:
1. Het jaar van de energieplanologie en energiehubs. 2. Knellende capaciteit kleinere gemeenten. 3. AI verandert het gebiedsontwikkelingsproces. 4. Duurzaam doorvertalen naar ‘what’s in it for me’. 5. Ruimtelijke ordening krijgt andere signatuur. 6. Wensen van mensen weer op één. 7. Het jaar van de zero-impact stadslogistiek. 8. Verdichten en intensiveren bedrijventerreinen.
08-01-2024,
Bron: Stadszaken
Cultuur Eindhoven werkt vanaf 2024 met een nieuw subsidie-aanvraagsysteem. Wat dat voor aanvragers betekent wordt in een bericht toegelicht.
21-12-2023,
Bron: Cultuur Eindhoven
In 2023 heeft Cultuur Eindhoven de regeling 'Impuls voor Jongerencultuur' gepubliceerd en dertien aanvragen kunnen honoreren. Dankzij een bijdrage vanuit het Rijk wordt de regeling in 2024 voortgezet. Vanaf 12 februari 2024 kan er worden aangevraagd. De aanvraag moet worden ingediend via het oude en bekende systeem. Jongeren en organisaties kunnen binnen deze regeling geld aanvragen bij Stichting Cultuur Eindhoven voor jongerencultuur. Onder jongeren verstaat Cultuur Eindhoven mensen tussen de veertien en zevenentwintig jaar oud. Onder cultuur rangschikt Cultuur Eindhoven podiumkunsten, film, beeldende kunst, letteren, erfgoed, design en alles daartussen of een combinatie daarvan.
Doel van de regeling : ervoor zorgen dat jonge Eindhovenaren meer cultuur maken en beleven in hun vrije tijd. Met het geld wordt er ruimte gemaakt voor nieuwe projecten en de jongeren zelf. Jongeren en zelfstandige professionals kunnen tot 3.000 euro aanvragen. Instellingen kunnen ook aanvragen tot 20.000 euro, maar mogen niet al subsidie krijgen voor een jongerenprogrammering. De subsidie moet ingezet worden voor nieuw aanbod.
Het Eindhovens Muziekcollectief raakt zijn repetitieruimte kwijt. Daarmee is het voorbestaan in gevaar. Het harmonieorkest repeteert elke maand in de voormalige kantine van voetbalvereniging Nieuw Woensel op het sportpark aan de Anconalaan. Maar de gemeente Eindhoven heeft het bestuur laten weten dat het begin volgend jaar gaat worden verbouwd en een nieuwe bestemming zal krijgen. ,,We weten nog niet wanneer we eruit moeten, maar we hebben op korte termijn uitzicht nodig op een nieuw onderkomen”, vertelt secretaris en klarinetspeler Susan de Korte. De Korte. ,,De afgelopen tijd hebben we dan ook intensief gezocht. We hebben gekeken naar leegstaande scholen en kerken. Maar zonder succes. Ook omdat we een opslagruimte nodig hebben voor de grotere instrumenten, van toch wel 20 vierkante meter. Buurthuizen hebben vaak te weinig vrijwilligers om ons te ontvangen.” Het bestuur hoopt dat er snel een oplossing wordt gevonden voor de huisvesting. Wellicht is er ergens in de stad een bedrijfskantine beschikbaar? En biedt de culturele ambitie van Brainport misschien op langere termijn ruimte voor een huis voor podiumamateurs?
21-12-2023,
Bron: Eindhovens Dagblad
Laika wordt het huisgezelschap van De Blauwe Kei, Theater aan de Noordkade In Veghel. Liefst drie verschillende voorstellingen presenteren de Vlamingen dit seizoen, te beginnen 28 en 29 december. Theaterdirecteur Harry Vermeulen: “Onze Noordkade ademt food en cultuur en de voorstellingen van Laika lijken gemaakt voor deze plek. Met theater en eten wordt op een krachtige, beeldende en laagdrempelige manier het verhaal over ons voedsel verteld. We hebben nog veel meer ideeën over de samenwerking en verheugen ons op de komst van deze inspirerende theatermakers!”. Sien Vanmaele van Laika. ,,De Noordkade is een indrukwekkende plek. We kunnen er op veel plekken terecht, zijn gewend aan locatietheater. Bijzonder dat veel hier over voeding gaat. Er is zelfs een stichting voor voedselverspilling, precies waar onze eerste voorstelling over gaat.”
Op 1 december organiseerde Hollands Maandblad in De Balie een avond over de toekomst van de roman. Alma Mathijsen, Bastiaan Bommeljé, Thomas de Veen en Marja Pruis deden daar hun zegje over.
Bommeljé, oud-hoofdredacteur van het Hollands Maandblad, was niet al te positief over de moderne Nederlandse roman, wat verontwaardigde reacties opriep bij de andere gasten. De Veen wilde zelfs liever dat Bommeljé niet meer aan het woord kwam (om te reageren op de kritiek van Pruis en De Veen), maar daarop reageerde moderator Ianthe Mosselman dat De Balie een debatcentrum is. Het gesprek is terug te zien.
InterActing werd in 2018 opgericht door Saskia Maas, medeoprichter van comedy instituut Boom Chicago, en Pim Donkersloot, pedagoog en gezinstherapeut. Ze zetten improvisatietheater in om autistische jongeren te helpen om sociaal-emotionele vaardigheden te ontwikkelen, hun zelfvertrouwen te vergroten en zich aan te passen aan veranderende situaties. De school hoopt door te groeien tot een landelijke organisatie met theaterprogramma’s door heel Nederland.
Onlangs werd bekend dat Henry van Loon vanaf volgend jaar ambassadeur is voor InterActing. Met ingang van 2024 heeft InterActing, naast de reguliere groepen (van 12 t/m 22 jaar), ook een showteam met aanstormend talent. Henry van Loon verzorgt met regelmaat een repetitie voor dat team. Van Loon voelde direct een connectie met de organisatie vanwege zijn moeder, die werkte met kinderen met een uitdaging.
21-12-2023,
Bron: Theaterkrant
Internationaal Theater Amsterdam start in januari een ‘breed onderzoek naar de bedrijfscultuur’ bij de organisatie. Dat gebeurt op advies van onderzoeksbureau Verinorm, dat op dit moment belast is met een extern onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag naar aanleiding van kritische uitlatingen van ensemblelid Hélène Devos. In maart van dit jaar was er ook al een extern onderzoek ingesteld na incidenten rondom een ITA-voorstelling in Australië. Daaruit bleek dat er sprake was van verbaal grensoverschrijdend gedrag.
Volgens Marjan Olfers, directeur van Verinorm, komt het advies om een nieuw onderzoek te starten tot stand op basis van de signalen die naar voren zijn gekomen uit het lopende onderzoek en twee eerdere externe onderzoeken, uit 2021 en 2023. Het nieuwe onderzoek zal ook gedaan worden door Verinorm. ‘Het onderzoek, waarin naast een schriftelijke anonieme enquête onder alle medewerkers, ook een aantal ITA-medewerkers wordt geïnterviewd, geeft mensen de mogelijkheid om ervaringen te delen in een vertrouwelijke omgeving’, volgens Olfers. ‘Samen met de medewerkers kijken we ook naar mogelijke oplossingen.’
Ondanks uitdagingen, zoals gestegen voedsel- en personeelskosten, heeft de vrijetijdssector in Nederland een positief jaar achter de rug. Naar verwachting neemt de volumegroei voor de gehele sector met 3% toe in 2024. Ervaringen opdoen is populair, met name onder jongeren. Het stuwt de vrijetijdssector in de aankomende jaren. Uitdagingen zijn er ook. De sector kampt met personeelstekorten en hoge kosten van personeel en inkoop. Bovendien moeten veel ondernemers hun belastingschuld terugbetalen. Dit concludeert ABN AMRO in de Sectorprognose Leisure 2023-2024.
Musea (+15 procent) profiteren van de toename van het aantal binnen- en buitenlandse toeristen. Het aantal bioscoopbezoeken (+24 procent) groeit weliswaar, maar veel minder sterk dan in 2022 (+76 procent) en in 2024 komt dit zelfs tot stilstand. Bioscopen hebben te kampen met concurrentie van streamingsdiensten en met uitgestelde producties vanwege stakingen in de Verenigde Staten.
Voor de consument is ‘beleving’ volgens ABN AMRO veel belangrijker dan ‘spullen’. Tegelijkertijd benadrukt de bank dat het meemaken van een bijzondere ervaring veel duurder is geworden. “Als Nederlanders moeten kiezen waaraan zij hun geld het liefste uitgeven, scoort ‘ervaring‘ bij ruim de helft veruit het hoogst. Voorbeelden van zulke ervaringen zijn reizen en een bezoek aan een restaurant, pretpark of concert. Dat geldt vooral voor jonge generaties. Bijna zeven op de tien millennials besteden hun geld het liefst aan ervaringen. Dit blijkt ook uit het gegeven dat één op de drie Nederlanders verwacht meer uit te geven aan de zomervakantie. Dit is tenslotte hét moment om onvergetelijke ervaringen met elkaar te delen”, zegt Gerarda Westerhuis, Sector Econoom Leisure van ABN AMRO.
21-12-2023,
Bron: ABN AMRO
De grote publiekstentoonstelling dicteert al decennia de culturele agenda, dwars door alle fluctuaties en modes heen. De pandemie veranderde daar weinig aan. Die zette de machinerie hooguit tijdelijk stil. Oude museumtradities als de blockbuster werden toen heroverwogen om vervolgens met hernieuwde energie te worden voortgezet. En dus kon de cultuurliefhebber dit jaar niet alleen naar Vermeer, maar ook naar Van Gogh in Auvers, The Rolling Stones: Unzipped, Het Futurisme & Europa, Ai WeiWei en Balenciaga, en dat zijn enkel de blockbusters gesubsidieerd door het Blockbusterfonds (het door Joop van den Ende geïnitieerde fonds dat cultureel ondernemerschap stimuleert). Toch is de museumsector niet enthousiast. In de podcast De museoloog, met interviews met museumdirecteuren, conservatoren en andere kunstprofessionals, valt het woord blockbuster regelmatig, maar lang niet altijd in positieve zin. Ervaringsdeskundigen (recentelijk onderzoeker Renée Steenbergen en voormalig Lakenhal-directeur Meta Knol) waarschuwen voor de kwalijke effecten van het fenomeen en opperen ze duurzamere alternatieven, iets waarin ze vooraf werden gegaan door de Raad voor Cultuur, die er eerder al een kritisch rapport over publiceerde.
Stefan Kuiper definieert de blockbuster als een expositie die (één) gericht is op een breed publiek, (twee) gepaard gaat met een groots opgezette marketingcampagne en (drie) is opgebouwd rond een klinkende naam. De blockbuster kapitaliseert op een idee van schaarste en tijdelijkheid. Het is een once in a lifetime-ervaring, zoals het Rijksmuseum de expositie Late Rembrandt destijds promootte. De term blockbuster zelf komt trouwens uit het krijgsbedrijf en werd daarna overgenomen door Hollywood, voordat de kunstsector er gebruik van ging maken. In de filmwereld beschreef de term een behaald succes van een film, terwijl het in de kunstwereld vaak gaat om de verwachting van een expositie. In feite is de term blockbuster een anachronisme, want de massatentoonstelling zelf is veel ouder dan de benaming. In het verre verleden werden die al gehouden. Doordat veel museumbouw eigenlijk niet berekend is op massale bezoekersaantallen, wordt er veel geklaagd over drukte en tijdsloten.
Kuiper merkt op dat de musea toenemend publieksgerichter zijn gaan werken, om zelf meer inkomsten te genereren, daartoe aangemoedigd door een terugtrekkende overheid. Blockbusters vormden een belangrijke troef in een verleidingsstrategie, naast museumwinkels, programmering en restaurants, en de modale cultuurliefhebber betoonde zich er gevoelig voor. De voorbeelden van blockbusters die de reputatie van een instituut opvijzelden of het uit de financiële misère trokken zijn legio. Kuiper noemt Museum Beelden aan Zee en Rijksmuseum Twenthe. Ze wezen de randstedelijke kunstliefhebber de weg naar hoegenaamd ‘afgelegen’ instellingen. De blockbuster is ook in de regionale musea doorgedrongen. Kuiper noemt het Noordbrabants Museum, coproducent van Jheronimus Bosch, de blockbuster van de jaren tien.
Het positieve effect van zulke tentoonstellingen op instellingen is tweeledig. Het zijn passieprojecten die saamhorigheid en enthousiasme binnen een organisatie aan kunnen wakkeren (en tegelijk voor een hoop overwerk en stress kunnen zorgen), maar ook prestigeprojecten waaraan sponsoren en donateurs zich graag verbinden. Criticasters zetten zulke exposities graag weg als oppervlakkig, maar in werkelijkheid getuigen blockbusters vaak van diepgang. Met de meeste is grondig wetenschappelijk onderzoek gemoeid.
Voor de musea hebben blockbusters hun prijs. Organisatorisch, omdat ze veel arbeidskracht opslorpen, en ook financieel, vanwege de kosten waarmee ze gepaard gaan: transporten, verzekeringspremies, marketingcampagnes. Voor de middelgrote musea, die moeten woekeren met hun middelen, is het maken van een blockbuster vaak een waagstuk. Zulke musea doen er goed aan zich af te vragen of blockbusters op de lange termijn wel een solide basis voor hun beleid vormen, zoals Lakenhal directeur Meta Knol ook publiekelijk deed, en niet alleen vanwege de directe risico’s. Ook vanwege de backlash die later kan volgen. Succes is immers verslavend. Het bezoekersrecord van gisteren wordt al snel het streefgetal van morgen. Kuiper verwijst naar de huidige penibele financiële situatie rond Museum de Fundatie.
Vanuit ecologisch perspectief lijkt de blockbuster de belichaming van verspilling. Denk aan de transporten van werk en het bezoekend publiek. De museumsector experimenteert met allerhande duurzaamheidsmaatregelen, waaronder het online uitvoeren van conditiecontroles (het inspecteren van bruiklenen op eventuele beschadigingen). Het is natuurlijk ook mogelijk, als dat kan, om een blockbuster samen te stellen uit de eigen collectie. Kleinere musea zijn daartoe niet in staat. Blockbusters zorgen door er ook voor dat het publiek minder naar de kleinere musea gaan.
Zo dragen blockbusters bij aan wat sociologen het mattheuseffect noemen : het verschijnsel dat wie veel heeft, nog meer zal krijgen, en wie weinig heeft, ook dat weinige zal worden ontnomen.
21-12-2023,
Bron: De Volkskrant
ASML x Brabant C gaat begin 2024 van start. Het hightechbedrijf in Veldhoven gaat in de komende twee jaar ongeveer 2 miljoen euro investeren in het fonds om culturele projecten in de regio Brainport mede mogelijk te maken. Daarmee realiseert Brabant C een eerste publiek-private samenwerking van formaat, dat bijdraagt aan een groter cultureel aanbod met meer financiële middelen in de provincie Noord-Brabant.
In april jl. heeft Brabant C een nieuwe strategie gepresenteerd met ambities en doelen richting 2030 om financiering van de culturele sector toekomstbestendiger te maken en in meer regionale spreiding te voorzien. Centraal in deze aanpak staat een uitnodiging aan het Brabantse bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties om mee te doen en samen te bouwen aan een bloeiende culturele sector waarin samenwerking en vernieuwing centraal staan. Het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant onderschrijft deze uitnodiging en heeft de ontwikkeling naar een publiek-privaat fonds cultuur opgenomen in het bestuursakkoord 2023-2027 ‘Samen maken we Brabant’.
ASML is het eerste Brabantse bedrijf dat deze uitnodiging oppakt. ASML heeft grote maatschappelijke ambities en investeert al jaren in kunst en cultuur in de Brainport regio. De samenwerking komt voort uit een programma van ASML dat zich richt op maatschappelijke betrokkenheid. ""We werken doelbewust samen met sterke partners in de Brainport regio om een aantrekkelijke leefomgeving te creëren voor iedereen. Samen met Brabant C geven we professionele cultuurmakers de kans om (vooral nieuwe) initiatieven te ontwikkelen die toegankelijk zijn voor iedereen. Hiermee zal het cultureel aanbod in de regio groeien zodat iedereen kan ontdekken wat cultuur voor hen kan betekenen. Daar dragen we graag aan bij en we verheugen ons op de samenwerking met Brabant C.” Aldus Carl Leen, programmamanager maatschappelijke betrokkenheid bij ASML.
De criteria zijn gericht op de realisatie van een kwalitatief en gevarieerd aanbod van kunst en cultuur in de Brainport-regio. Zowel voor de gevestigde, professionele culturele instellingen als voor het ondersteunen van nieuwe initiatieven en innovatieve ideeën die inzetten op verbinding en het uitbreiden van het cultureel aanbod dat er al is. Medio januari 2024 worden de volledige criteria, het subsidieplafond ASML x Brabant C 2024, aanvraagvoorwaarden en procedure op de website van Brabant C gepubliceerd.
Vanaf 1 januari 2024 kan subsidie worden aangevraagd voor kunst en cultuurprojecten waarbij jongeren centraal staan. Door deze specifieke subsidie beschikbaar te stellen biedt de gemeente Breda jongeren tussen de 14 en 27 jaar de gelegenheid actief deel te nemen aan cultuur. Subsidie kan aangevraagd worden door culturele organisaties en professionele kunstenaars. De subsidie wordt gegeven aan projecten die gericht zijn op de actieve cultuurbeoefening in de vrije tijd door jongeren. Subsidie aanvragen kan vanaf 1 januari 2024 tot en met 30 juni 2024. Het totale subsidiebedrag voor januari t/m juni 2024 is € 300.000,-. Iedere subsidieaanvrager kan minimaal € 2.500,- en maximaal € 25.000,- subsidie ontvangen. Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst totdat het vastgestelde subsidieplafond is bereikt.
Naast de subsidieregeling jongerencultuur wordt in 2024 ook weer de regeling Urban Sports en Culture beschikbaar gesteld.
In 2022 is een eerste impuls jongerencultuur beschikbaar gesteld. Deze subsidie is eind 2022 aan 10 organisaties toegekend. In totaal werden 11 activiteiten georganiseerd en hebben honderden jongeren deelgenomen. Phoenix organiseerde bijvoorbeeld het project ‘Voor de toekomstmuziek’, De Nieuwe Veste nam het initiatief voor het Creative Co Lab’ en Breda Beats kwam met de ‘Talent Academy’. Alle activiteiten zijn in 2023 uitgevoerd. Wethouder Marike de Nobel: “De eerste ervaringen met projecten georganiseerd met subsidies jongerencultuur zijn super positief. Zowel bij de culturele instellingen die vol enthousiasme aan de slag zijn gegaan als ook de jonge deelnemers. Ik ben blij met dit vervolg. Het sluit ook perfect aan op het nieuwe cultuurbeleid dat vanaf 2025 in gaat. Daarin krijgen jeugd en jongeren een vaste plek.”
De Tweede Kamerleden voor de periode 2023 - 2027 zijn geïnstalleerd en gestart met hun werk. Om hen te informeren over de adviezen die de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (RLi) de afgelopen jaren heeft gegeven, heeft de RLi het online magazine ‘Adviezen in beeld’ gemaakt. Hierin komen belangrijke en actuele vraagstukken aan bod, zoals milieukwaliteit, de woningbouwopgave, de zorg voor de natuur, de toekomst van het landelijk gebied, of de bereikbaarheid van dorpen en steden.
20-12-2023,
Op 14 december organiseerde het team van Creative Europe Desk NL de jaarlijks terugkerende Creative Europe Dag. Dit jaar vormden diversiteit, inclusie, toegankelijkheid en representatie de paraplu waaronder de middag, gehost door het Amsterdamse cultuurpodium De Nieuwe Liefde, plaatsvond. Een verslag.
20-12-2023,
Bron: Creative Europe Desk
Rotterdam Ahoy en de VriendenLoterij slaan de handen ineen in een partnership. Dankzij dit partnership brengen Ahoy en de VriendenLoterij culturele en sportieve evenementen dichter naar de 1,2 miljoen Nederlanders die meespelen in de loterij.
Zowel Ahoy als de VriendenLoterij zetten zich op hun eigen manier dagelijks in voor kunst en cultuur in Nederland. Waar Ahoy het publiek een groot en gevarieerd aanbod aan evenementen biedt, geeft de VriendenLoterij haar deelnemers graag voordelen om hen te laten kennismaken met de rijke kunst en cultuur van Nederland en steunen deelnemers van de VriendenLoterij met hun deelname organisaties op het gebied van cultuur, sport en welzijn. De VriendenLoterij hangt de samenwerking met Ahoy op aan de VIP-KAART van de loterij.
20-12-2023,
Bron: Sponsorreport
Wat beweegt kunstenaars en creatieven om samen te werken? Die vraag staat centraal in Boekman #137: Samen werken. Het romantische idee van de kunstenaar die in afzondering werkt bestaat nog steeds en spreekt tot de verbeelding. Denk aan de schrijver die zich terugtrekt op een zolderkamertje of de schilder die zich verschanst in een atelier. De realiteit van vandaag is echter anders.
20-12-2023,
Bron: Boekman
Hoewel er zowel in als over de sector veel onderzoek wordt gedaan, is het voor betrokkenen vaak lastig om aan goede kennis en informatie te komen of deze effectief te gebruiken. Ook ontbreekt het aan een overkoepelend beeld van kennisbehoeften en strategieën voor afstemming van nieuw onderzoek. De Boekmanstichting zet de komende jaren in op de ontwikkeling van een breed gedragen Kennisagenda voor de culturele en creatieve sector.
Mores, het meldpunt voor grensoverschrijdend gedrag in de culturele, creatieve en mediasector opgericht, krijgt de komende 2 jaar subsidie vanuit Ministerie OC&W. Mores heeft een vangnetfunctie; werkenden die met ongewenste omgangsvormen te maken hebben (gehad) en nergens anders terecht kunnen of willen, kunnen via het meldpunt bij een vertrouwenspersoon terecht. Ook organisaties uit de sector kunnen bij Mores terecht voor (korte) adviesvragen over sociale veiligheid op de werkvloer.
20-12-2023,
Bron: Kunstenbond
De aanvraag voor nieuwe periode Cultuureducatie met Kwaliteit in Noord-Brabant gaat van start. Hiervoor komt vanuit het Rijk jaarlijks 2 miljoen beschikbaar voor cultuuronderwijs in Noord-Brabant. In deze vierde editie werken intermediairs, overheden, scholen en het culturele veld samen aan goede cultuureducatie voor elk kind. De regeling is op 1 december 2023 geopend en in de vierde periode bereiden we het onderwijs goed voor op de vernieuwing van het curriculum in 2026.
Op 16 juni 2023 kondigde staatssecretaris Uslu aan dat er een vervolg komt op Cultuureducatie met Kwaliteit, een landelijk programma dat al ruim tien jaar zorgt voor duurzame verankering van cultuureducatie in het primair en voortgezet onderwijs. De nieuwe regeling Cultuureducatie met Kwaliteit (CmK4) loopt van 2025 t/m 2028. Kunstloc Brabant dient hiervoor een aanvraag in voor een groot aantal kleine en (middel)grote gemeentes in Noord-Brabant.
20-12-2023,
Bron: Kunstloc Brabant
Sociale partners in de sector kunsteducatie, Cultuurconnectie (namens werkgevers), de Democratische Vakbond en Kunstenbond (beide namens werknemers) zijn tot een akkoord gekomen over de CAO Kunsteducatie 2024. De leden en achterbannen van de sociale partners hebben met grote meerderheid positief gestemd over het akkoord, waarmee de CAO Kunsteducatie 2024 een feit is.
Het einde van seizoen ’23 is door Openluchttheaters.nl wederom gevierd met een recordaantal van 654.879 bezoekers. Bijna 30% meer dan 2022 (504.772 bezoekers). In totaal werden er afgelopen seizoen bij de aangesloten leden 1.112 voorstellingen gespeeld. Het aantal voorstellingen is in 10 jaar tijd verdubbeld en het aantal bezoekers is zelfs meer dan verdubbeld.
Muziek- en toneelvoorstellingen vormen verreweg de grootste categorie, waarvoor bezoekers de openluchttheaters weten te vinden (resp. 44,2% en 30,2% van de bezoekers). Percentueel zien we in 2023 de sterkste groei in de categorie toneel/musical. Deze groei is grotendeels te danken aan het succesvolle spektakelstuk ‘Het was Zondag in het Zuiden’ in Openluchttheater De Doolhof (Tegelen). Deze musical over het hoogwater in Limburg op de muziek van Rowwen Hèze trok maar liefst 65.000 bezoekers en is ook in 2024 in Tegelen te zien. Op afstand volgen jeugdvoorstellingen, cabaret en dance evenementen. Allemaal schommelen die rond 5%. De restgroep heeft de openluchttheaters bezocht voor film, wintervoorstellingen of valt in de categorie overige.
19-12-2023,
Op het Wetenschappelijk congres van Stichting Lezen in filmtheater Eye is het onderzoeksproject LeesEvolutie van start gegaan. Inge Vossenaar, directeur-generaal Funderend Onderwijs bij OCW nam de startverklaring van het onderzoek in ontvangst.
De leesvaardigheid van Nederlandse jongeren is opnieuw drastisch gedaald, blijkt uit het recent verschenen PISA-onderzoek. De kloof tussen sterke en zwakke lezers groeit, en een derde van de jongeren loopt het risico om het onderwijs laaggeletterd te verlaten.
Om die trend te keren, trekken in het onderzoeksproject LeesEvolutie meer dan vijftig wetenschappers en maatschappelijke partners samen op. Onderzoekers uit diverse wetenschappelijke disciplines en professionals uit het onderwijs werken de komende acht jaar nauw samen om het Nederlandse leesonderwijs te verbeteren. Wat kan wel of juist niet bijdragen en voor wie? Daarbij is er ook steeds aandacht voor de vraag hoe lezen door digitale media verandert, en hoe het leesonderwijs daarop in kan spelen. Op basis van evoluerende inzichten zorgen onderzoekers met leerlingen, docenten, docentenopleiders, methoden- en toetsmakers en beleidsmakers voor herinrichting van het Nederlandse leesonderwijs.
LeesEvolutie is een NWO-project, horend bij de Nationale WetenschapsAgenda (NWA) met de Universiteit Utrecht als penvoerder. Tussen 2024 en 2032 werken consortiumleden samen met partners buiten het consortium aan de herinrichting van het Nederlandse leesonderwijs. Zij ontvingen hiervoor een subsidie van 5,3 miljoen euro.
19-12-2023,
Bron: Bibliotheekblad
“Het is een koor voor mensen die hun passie voor zingen delen; mensen met dementie zingen samen met mantelzangers. Zij bieden ondersteuning tijdens repetities en het optreden. Daarnaast is er een professionele dirigent, een pianist en werken ze toe naar twee grote concerten per jaar.” Dat zegt Erik Zwiers, oprichter van het Participatiekoor. Simone Vos sprak met hem. Wat begon als een eenmalig project in Haarlem in 2018 met vijftig zangers, waarvan vijftien met dementie, is inmiddels uitgegroeid tot drie koren met elk hun eigen projectcoördinator. Zo’n zevenhonderd zangers (mantelzangers en mensen met dementie) deden mee in de afgelopen jaren. Dit jaar komen er acht nieuwe koren bij in Nederland, waaronder een in Waalwijk. Op de langere termijn heeft Zwiers de ambitie om met zijn Stichting Participatie met Dementie dertig koren in het hele land te hebben. “Het is voor zowel de mensen met dementie als de mantelzangers zo’n verrijking. Ze delen hun passie samen, krijgen er zelf ook een rijk gevoel van en de projecten hebben altijd een kop en een staart. De mantelzangers worden getraind hoe goed om te gaan met mensen met dementie. Vooral in wat er wél kan”, zegt Erik. “Voor de mensen met dementie is het gevoel van honderd procent deelnemer te zijn, zo bijzonder. Je bent nodig, onderdeel van een geheel. Daar ontleen je ook een deel van je identiteit aan.” Vierde artikel in een reeks van 6 met inspirerende voorbeelden over cultuurdeelname.
19-12-2023,
Bron: Kunstloc Brabant
Steeds meer scholen in ons land geven cultuureducatie een impuls door mee te doen met de landelijke regeling Cultuureducatie met Kwaliteit (CmK). Dit programma helpt om cultuur te integreren binnen het onderwijs en zorgt ervoor dat leerlingen zichzelf beter kunnen ontwikkelen. De meeste scholen in Noord-Brabant doen al mee. Hoe gaat dat in de praktijk in zijn werk? Elmay Claassen sprak erover met Maricoline Vermeulen en Francy Derijck van SBO Het Kompas in Etten-Leur en intermediair cultuureducatie Hanne Poos. Het eerste artikel in een reeks van 3 waar intermediairs en andere betrokkenen in Noord-Brabant aan het woord komen over het belang van cultuuronderwijs in het basis- en het voortgezet onderwijs.
19-12-2023,
Bron: Kunstloc Brabant
Het Cultuurfonds Noord-Brabant draagt in het laatste kwartaal van 2023 voor € 239.990 bij aan 50 bijzondere cultuur- en natuurprojecten in de provincie. Gehonoreerd werden o.m. Stichting Sint Jansmuseum uit ’s-Hertogenbosch voor de productie ‘De Bossche Beeldenstorm’, Stichting Projecten Muziek Dongen voor de familievoorstelling ‘De Muziekfabriek’ en sociaal ontwerper Maaike van Zijl uit Eindhoven voor het project ‘Kruisstraat original activiteiten’. Elk kwartaal is het mogelijk om een financiële bijdrage aan te vragen voor een project.
Op 13 december jl. heeft het Europees Parlement gestemd over een initiatiefrapport over geoblocking. Tijdens deze stemming heeft het Europees Parlement voorlopig gestemd tegen een herziening van de Europese regels omtrent geoblocking voor de AV-sector. Daarnaast hebben de parlementsleden ingestemd met het benadrukken van het belang van geoblocking voor het financieringsmodel van de sector.
Minder gunstig is de oproep aan de Europese Commissie om concrete oplossingen te bedenken waardoor inwoners van grensgebieden makkelijker toegang kunnen krijgen tot content buiten de officiële landsgrenzen. Hoewel het initiatiefrapport niet juridisch bindend is, maar enkel een uitdrukking van de mening van het Europees Parlement, is de uitkomst van de stemming een succes te noemen van de Europese lobby voor de sector. In het rapport (opgesteld door de Interne Markt Commissie van het EP) staat een aantal problematische punten waaronder de aanbeveling aan de Europese Commissie om geoblocking (ook) voor de AV-sector op termijn af te schaffen.
19-12-2023,
Bron: Producentenalliantie
Koolhoven presenteert is een talentontwikkelingstraject van de VPRO, in samenwerking met de NPO en het NPO-fonds en met steun van het Filmfonds. Hierin wordt een diverse groep aanstormende en talentvolle makers door Martin Koolhoven begeleid bij het maken van een middellange speelfilm; een belangrijke stap in de ontwikkeling van nieuwe regisseurs. Zes films gaan in première op IFFR 2024 en zijn vanaf 3 februari te zien op NPO 3 en NPO Start.
19-12-2023,
Bron: VPRO
Te weinig bezoekers, geen selectie voor belangrijke festivals en grote, internationale prijzen blijven uit. Het moet beter met de Nederlandse film. Dat was de inzet van het filmdebat dat de Dutch Academy For Film afgelopen vrijdag organiseerde in Eye.
Uit het Olsberg-rapport blijkt dat Nederlandse films slecht scoren in vergelijking met producties uit andere Europese landen. Ze worden niet geselecteerd voor A-festivals en worden steevast overgeslagen als belangrijke internationale prijzen worden uitgereikt.
De cijfers van Koen de Groot, business intelligence analist van de brancheorganisatie NVPI, bevestigden het weinig florissante beeld. Er worden in Nederland steeds meer films uitgebracht – 82 en 77 in respectievelijk 2022 en 2023 versus 58 en 66 in 2017 en 2018 – maar die films trekken gezamenlijk niet meer bezoekers. Het aantal verkochte kaartjes per Nederlandse film daalt dus al jaren. Opmerkelijk is overigens dat onafhankelijke bioscopen een belangrijke rol spelen in het aan de man brengen van de Nederlandse film.
Uit de groepssessies kwamen diverse suggesties ter verbetering naar voren. Vrijwel iedereen is het erover eens dat meer geld voor minder producties een goed idee is. Schrijvers zouden ook vaker naar internationale festivals moeten gaan om van buitenlandse collega’s te horen hoe het ook kan. Meer tijd voor reflectie zou makers bovendien beter in staat stellen waarom en voor wie ze hun film eigenlijk maken. De selectie voor Filmfondssteun moet volgens velen strenger. Er werd gepleit voor meer verhalen uit de regio en verhalen van bevolkingsgroepen die nu nog ondervertegenwoordigd zijn. Distributeurs doen er goed aan hun trailers veel specifieker te koppelen aan films waar potentieel publiek zit. De marketing moet professioneler. En een langere draaitijd in de theaters zou het bereik van Nederlandse films ook ten goede komen. Een verslag door Filmkrant.
De DAFF gaat alle suggesties de komende tijd inventariseren en zint op een vervolg van het filmdebat. DAFF met een kort verslag.
Het Filmfonds gaat binnen de Film Production Incentive meer financiële ruimte mogelijk maken om hogere kosten tijdens het productieproces op te vangen. Concreet betekent dit dat vanaf nu bij toekenningen voor de Film Production Incentive wordt vastgelegd dat er tot 10% extra van het toegekende bedrag beschikbaar kan komen wanneer de bestedingen in Nederland bij vaststelling hoger uitkomen.
Ook heeft het Filmfonds besloten om het subsidieplafond van 1,5 miljoen euro voor de Film Production Incentive te verruimen. Hiermee wordt het voor ambitieuze nationale en internationale films en series met een groot productiebudget mogelijk om een hogere fondsbijdrage aan te kunnen vragen. Het stimulerende effect van de Incentive-bijdrage wordt op dit moment begrensd door een subsidieplafond van maximaal 1,5 miljoen euro voor producties. Er zijn echter ook ambitieuze films en series waarbij een hogere fondsbijdrage als aanjager kan dienen voor hogere investeringen in Nederland. Het Filmfonds wil hier ruimte voor maken en verwacht in het eerste kwartaal van 2024 de reglementen voor de Film Production Incentive aan te passen om het subsidieplafond te verruimen.
De stimuleringsmaatregel Netherlands Film Production Incentive is bedoeld om internationale samenwerking, professionaliteit en productieactiviteit in Nederland te stimuleren. De regeling is specifiek gekoppeld aan bestedingen die in Nederland worden gedaan om onze internationale concurrentiepositie als filmproductieland te versterken
19-12-2023,
Bron: Filmfonds
Bij alle consternatie rondom het Pisa-onderzoek naar leesvaardigheid bleef één factor onbesproken: de uitgever. Dat schrijft Lisa Kuitert, hoogleraar Boekwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam. In de afgelopen decennia is er in de uitgeverswereld veel veranderd. Ze stelt vast dat steeds meer auteurs het zonder uitgever doen. Wanneer ze enige bekendheid hebben, lukt dat wel. Die auteurs huren zelf een team van vakmensen in voor redactie, productie en marketing. Ze verwijst naar Kluun en Charlotte Dematons. Tegelijkerijd ziet ze dat bij literaire uitgeverijen, zoals De Bezige Bij en Atlas Contact, verschillende medewerkers werden ontslagen, onder wie de uitgeefdirecteuren, vanwege tegenvallende verkoop. Er wordt minder fictie verkocht en gelezen, vooral Nederlandse fictie. In de bestsellerlijsten komt literatuur niet meer voor. Kuitert werkte de afgelopen periode aan een boek over de geschiedenis van VBK Uitgevers. De letters staan voor Veen Bosch & Keuning, een samensmelting tussen de van oorsprong literaire Veen-groep en Bosch & Keuning, een merendeels christelijk bedrijf. Deze twee gingen samen in 2001 en staan nu voor vijftien bedrijven: Alfabet, Ambo Anthos, AnkhHermes, Atlas Contact, Houtekiet, Kok Boekencentrum, Kosmos, Luitingh-Sijthoff, Omniboek, Ten Have, De Fontein, Van Dale, Zomer en Keuning, VBK België en het audioboekenbedrijf Thinium. Ze delen afdelingen verkoop en promotie, zitten vaak in hetzelfde gebouw en vangen met elkaar de klappen op. Ze hebben een eigen uitgeefdirecteur, maar daarboven zit nog de concerndirectie.
Tot aan de jaren zestig hadden veel uitgeverijen niet eens redacteuren in dienst, de uitgever deed alles zelf. Binnen die constructie was de uitgeverij als bedrijfstak een echte culturele organisatie, dat wil zeggen: niet gebaseerd op snelle winst, voorspelbaarheid of efficiëntie, maar op boeken die de uitgeverij zelf belangrijk vond. In essentie ging het om het doorgeven van cultuur, waarbij de lol erin zat die cultuur te kiezen waar je zelf achter stond. Ze noemt uitgevers als Geert van Oorschot en Wim Hazeu, ook uitgevers die schreven. Uitgever zijn was niet zomaar een beroep, het was een roeping. Niet noodzakelijkerwijs politiek, dat kon ook een culturele of religieuze roeping zijn. Er zijn ook nu nog uitgeverijen die autonoom zijn, zoals Van Oorschot, Pluim, Meridiaan, Koppernik, Passage, Das Mag, Prometheus en De Correspondent. Dat zijn de onafhankelijke uitgeverijen, niet verbonden aan een concern of investeringsmaatschappij. Maar in welke constructie ook, de persoon van de uitgever is binnen de hele bedrijfstak bepalend. De uitgever vindt dat wij een bepaald boek moeten gaan lezen, en dus geeft hij het uit. Ja, hij neemt een risico, maar met zijn bevlogenheid en culturele connecties weet hij vaak andere media te interesseren. Kuitert verwijst in haar artikel naar een opmerking van oud-uitgever Joost Nijsen : ‘Toen ik in oktober op de Buchmesse in Frankfurt internationale vrienden sprak, kreeg ik meermalen de vraag: wat is er in hemelsnaam aan de hand in de uitgeverij in Nederland? Eerlijk gezegd zijn we even helemaal de draad kwijt, welke uitgeverij nou bij welke groep hoort en welke uitgever of redacteur waar werkzaam is, en hoe lang of kort dat dan weer duurt.’
De uitgeversgroepen zijn ontstaan doordat het vanaf de jaren negentig goed ging in het boekenvak; uitgeverijen groeiden en zochten nieuwe allianties. Investeringsmaatschappijen en banken zijn het uitgeversbedrijf ingestapt. Zij investeerden voor de duur van bijvoorbeeld vijf jaar, waarna het de bedoeling was die investering te gelde te maken. Groei werd het toverwoord. Winsten konden vooral gemaakt worden door weer nieuwe uitgeverijen op te kopen en zo nog groter te worden. Toen kwam de kredietcrisis. De PCM-uitgeversgroep is al in 2009 van het toneel verdwenen, de resterende uitgeverijen vallen nu onder Lannoo. Weekbladpersgroep (WPG) werd in 2014 gedecimeerd toen de Singel-uitgeverijen zich losmaakten van deze groep en verkocht recent Zwijsen, de onderwijsuitgeverij, alsook haar belangrijkste tijdschriften. De groep wil verder met (luister)boeken en podcasts en heeft nu nog De Bezige Bij, Bruna en de kinderboekengroep in huis.
Nijsen denkt dat de onrust in de uitgeverswereld de schrijvers naar literair agenten toedrijft. Dat zijn mensen die schrijvers coachen, informeren, steunen, de onderhandelingen voeren en daarvoor betaald worden. Eigenlijk is de agent, zegt hij, ‘in die zin het werk gaan doen waaraan traditionele uitgeverijen niet meer toekwamen’. De uitgevers zijn te druk met het zoeken naar geschikte titels, nu de markt zo verandert door onder meer de leescrisis, verengelsing en concurrerende vrijetijdsbestedingen. Je kunt het de grote concerns niet kwalijk nemen, ze moeten hun medewerkers en auteurs uitbetalen, stelt Kuitert vast. Een bekende quote uit het boekenvak is: People think publishing is a business. It’s not. It’s a casino. Bestsellers zijn onvoorspelbaar, de meeste boeken maken verlies. Dat is voor een bedrijf met marketingmanagers aan het roer die soms niet uit het boekenvak komen en al helemaal niet zelf schrijven, onbegrijpelijk en zenuwslopend. Er moet met veel efficiency gemikt worden op zo veel mogelijk voorspelbaarheid. Dat leidt tot voorgekookte successen, die misschien goed verkopen maar waarmee je geen lezers kweekt.
19-12-2023,
Bron: De Volkskrant
Steeds meer theaters experimenteren met een ‘pay-what-you-can’-concept. Ze bieden tickets aan voor goedkopere én duurdere prijzen, met het verzoek dat de bezoeker het bedrag betaalt dat hij kan betalen. Iemand met een hoog inkomen koopt een duurder kaartje, waardoor het mogelijk is voor iemand met een lager inkomen om een goedkoper kaartje aan te schaffen. Ofwel: betalen naar financiële draagkracht.
Het concept bestaat al een langere tijd. Zo hanteert bijvoorbeeld het Café Theater Festival al bijna 20 jaar een constructie waarin bezoekers na afloop kunnen betalen. Omdat ze in horecalocaties optreden, zijn er ook vaak mensen die er toevallig al zitten en niet voor de voorstelling komen, waardoor betalen niet verplicht is. Theater De Nieuwe Vorst in Tilburg is drie jaar geleden gestart met een zomerprogramma in de tuin waar een vergelijkbare constructie wordt gebruikt. Sinds de coronacrisis lijkt de populariteit van het concept echter aanzienlijk gestegen; in het laatste anderhalf jaar hebben Theater aan de Rijn in Arnhem, Theater Bellevue in Amsterdam, jeugdtheatergezelschap Maas Theater en Dans in Rotterdam en Stip Theaterproducties in samenwerking met zes Gelderse theaters een PWYC-programma geïntroduceerd. Daarnaast heeft De Nieuwe Vorst de actie vorig jaar uitgebreid naar de decembermaand.
Insteek is dat theater toegankelijker wordt, voornamelijk voor mensen met een lager inkomen. Maar er zijn nog andere redenen om voor PWYC te kiezen. Bellevue hoopt dat de lagere toegangsprijs ervoor zorgt dat mensen meer durven te experimenteren met theater, bijvoorbeeld door naar voorstellingen van (voor hun) nieuwe makers te gaan of een genre uit te proberen dat buiten hun comfortzone ligt. Theater aan de Rijn heeft als doel, naar aanleiding van de coronacrisis, het theaterbezoek weer meer vanzelfsprekend te maken en mensen opnieuw dichter bij elkaar te brengen. De Nieuwe Vorst wil graag zijn publiek doen nadenken over het belang van kunst en waarom dit niet gratis is. Annemieke de Bruijn van Theaterkrant sprak met diverse zalen en theatermakers over het concept.
18-12-2023,
Bron: Theaterkrant