Al het cultuurnieuws uit Brabant en de rest van Nederland op een rijtje. Wil je wekelijks een overzicht van deze Trends & Ontwikkelingen ontvangen per mail? Meld je dan aan voor onze Trends & Ontwikkelingen nieuwsbrief!
Trends & Ontwikkelingen
Alle artikelen
“Empathie is een van de belangrijkste eigenschappen voor een Spreker. Wij kunnen ons als Spreker voor de Levenden enkel inlezen en inleven. Je moet jezelf uit de antropocentrische bubbel durven trekken door te observeren, aanschouwen, en zo bewust te worden van jouw leefgebied en de gewoontes en behoeftes van het niet-menselijke. Momenteel laat ik mij inspireren door Sue Donaldson en Will Kymlicka, twee Canadese filosofen. Zij hebben het over drie typen dieren: de echte wilde dieren, de gedomesticeerde dieren en de groep hier tussenin, de liminale dieren. Onder deze laatste groep valt bijvoorbeeld de koolmees. Dit vogeltje gaat haar gang met een bepaald aspect van wildness, in een omgeving die vooral voor mensen is vormgegeven. Bij het Nieuwe Instituut is een analyse gedaan welke liminale dieren zich in op, rond en mogelijk in het gebouw bevinden. Zonder dat wij deze dieren willen domesticeren, representeer ik hun belangen aan de vergadertafel. Zo zorgde ik er bijvoorbeeld voor dat er trapjes kwamen zodat jonge eendjes en andere zwemmende dieren zoals de egel, uit de vijver kunnen komen en niet meer verdrinken.” Ter gelegenheid van het eenjarig bestaan van de eerste Zoöp ter wereld, het Nieuwe Instituut in Rotterdam, sprak architect Willie Vogel met landschapsarchitect Maike van Stiphout. Zij is sinds een jaar Spreker voor de Levenden, een persoon die onbezoldigd het niet-menselijke representeert bij (bestuurs)vergaderingen. De Zoöp is een organisatiemodel dat samenwerking tussen mens en niet-mens waarborgt met als doel de belangen voor alle levenden te behartigen. Het initiatief hiervoor is vijf jaar geleden gestart door toenmalig Nieuwe Instituut directeur Guus Beumer en Nieuwe Instituut medewerker Klaas Kuitenbrouwer. Inmiddels bestaan er meer dan 20 proto-zoöps in binnen- en buitenland
Jarenlang was ‘Nederland Distributieland’ het mantra. Het logistieke succes is te zien langs onze snelwegen en dorps- en stadsranden. Maar tijden zijn inmiddels drastisch veranderd. De periode van schijnbaar onbegrensde groei is voorbij. Beschikbare ruimte voor nieuwe logistieke terreinen is schaars, ook grondstoffen worden steeds schaarser en er is een groot tekort aan arbeidskracht. Rijksadviseur voor de Fysieke Leefomgeving Wouter Veldhuis: “Er moeten scherpe keuzes gemaakt worden. Zowel over het wat, waar als hoe. De logistieke sector en daarmee het ruimtebeslag moet veel meer aansluiten op wat onze samenleving in de toekomst nodig heeft. En dat is een duurzame circulaire economie waar nabijheid een belangrijke rol speelt.” Op 21 april organiseerde het College van Rijksadviseurs samen met DILAS (Dutch Industrial & Logistics Association) een Lagerhuisdebat over de toekomst van de logistiek in Nederland. Een debat met vertegenwoordiging van de grootste bedrijven uit de sector, gemeentes, provincies, rijksoverheid, wetenschap en onderwijs. Om een aantrekkelijk en vernieuwend verhaal rond logistiek uit te bouwen, de juiste investeringen te doen, kwaliteitseisen te stellen en randvoorwaarden vast te stellen voor ruimtelijk beleid en ontwerp, is samenwerking van overheid en bedrijfsleven nodig. Daarbij moet er bij alle keuzes mee rekening worden gehouden dat deze bijdragen aan het vastgestelde streven dat onze economie in 2050 circulair is en ontwikkelingen leiden tot maatschappelijk meerwaarde. Op basis van dit debat en diverse gesprekken met bedrijven, overheden, kennisinstituten en maatschappelijk middenveld, presenteert het College van Rijksadviseurs nu hoe zo’n verhaal over de toekomst van de logistiek er uit kan zien. De publicatie ‘Vandaag besteld, morgen circulair’ is daar een neerslag van. Nog voor de zomer brengt het College van Rijksadviseurs een advies uit.
De Zaak Nu reageert op het ‘Advies aanvraag- en beoordelingsproces BIS 2025 – 2028’ dat de Raad voor Cultuur op 2 april jl. publiceerde. De Zaak Nu is blij met de positieve erkenning voor de grote verantwoordelijkheid die presentatie-instellingen hebben wat betreft het brengen van kwalitatief hoogwaardige, vernieuwende en internationaal resonerende hedendaagse beeldende kunst. Daarnaast juicht De Zaak Nu het advies toe om meer ruimte te organiseren in de regelingen van het Mondriaan Fonds om presentatie-instellingen steviger te financieren zodat enerzijds de kloof tussen het Mondriaan Fonds en de BIS minder groot wordt en anderzijds de instellingen zich met wat meer financiële ruimte kunnen richten op het inclusiever en duurzamer maken van hun organisaties en programma. Om de diverse codes grondig en gedegen te integreren zijn deze extra middelen onmisbaar. De Zaak Nu hoopt in de aanloop richting het nieuwe stelsel het huidige BIS stelsel tot op heden met de Raad voor Cultuur te kunnen evalueren. De belangrijkste punten uit de reactie in de brief aan de Raad voor Cultuur en het ministerie van OCW, d.d. 8 mei, : 1. Het publiceren van het ‘Beoordelingskader 2025-28’ in het najaar verdient aandacht; de tijd die resteert om plannen bij te stellen wordt erg kort. Instellingen hebben deze kaders eerder nodig met het oog op gedegen (inhoudelijke) voorbereidingen van de aanvragen. 2. De Codes overlappen elkaar soms en worden verschillend gewogen. De Zaak Nu heeft vraagtekens of deze diverse criteria en maatstaven daadwerkelijk zullen leiden tot de beoogde verlichting van de administratieve lasten of zullen leiden tot toenemende complexiteit bij zowel de aanvraag als verantwoording. 3. Bij integrale weging van de Codes kunnen doel en gevolg elkaar in de weg zitten. Bij consequente invoering van Fair Pay kan er minder worden geproduceerd, wat leidt tot minder contacturen met het publiek en een minder omvangrijk publiek wordt bereikt; impact wordt hierdoor anders gedefinieerd. 4. De beeldende kunstsector kampt net zoals andere domeinen met sterk toenemende energie-, productie- en huurkosten als gevolg van inflatie. Met de huidige budgetten kunnen instellingen de werknemers en kunstenaars moeilijk fair betalen zonder extra hulp van landelijke, regionale en lokale overheden. 5. Het idee van een generieke nulmeting heeft in de ogen van De Zaak Nu ook een keerzijde. Het benadeelt juist de instellingen die al geruime tijd bezig zijn om hun CO2 voetafdruk te beperken. Beter zou het zijn om de al genomen en nog te nemen maatregelen en doelen door de instellingen zelf te laten inventariseren en beschrijven. Kleine en middelgrote instellingen hebben bovendien niet de middelen om experts in te huren. 6. De Zaak Nu is blij met het advies om het bedrag van 500.000 euro toe te voegen aan het totale beschikbare budget voor presentatie-instellingen ter verbreding van het publieksbereik. 7. Covid veroorzaakt bij de instellingen nog steeds serieuze personele problemen. De Zaak Nu maakt zich zorgen over de vele nieuwe eisen die op korte termijn worden gesteld.
Filmproducenten Iris Otten en Laurette Schillings hebben het initiatief Film For Future gelanceerd, dat zich inzet voor de inzet voor de verduurzaming van film- en televisieproducties. Otten en Schillings geloven dat de motivatie om te veranderen vanuit de industrie zelf moet komen en roepen daarom cast en crewleden op hun kennis te delen. Met deze informatie creëert Film For Future een voor iedereen toegankelijke database. Per departement is er informatie te vinden over duurzame leveranciers, werkprocessen en andere tips. Daarnaast stimuleert Film For Future makers al tijdens de ontwikkelingsfase om na te denken over klimaatbewuste thema’s en handelingen die ze in het verhaal kunnen verwerken. In samenwerking met Smarthouse Creative Impact Studio en FilmForward organiseert Film For Future workshops waarin schrijvers en regisseurs kennis opdoen en zich kunnen laten inspireren. Film For Future wordt ondersteund door Culturele Fonds Audiovisuele Producenten (CFAP) en het Nederlands Filmfonds.
De Europese Commissie heeft op 4 mei een aanbeveling aangenomen over de bestrijding van online-piraterij op commerciële schaal van sport- en andere live-evenementen, zoals concerten en theatervoorstellingen. Hierin spoort zij de lidstaten, de nationale autoriteiten, de houders van rechten en aanbieders van tussenhandelsdiensten aan doeltreffende, evenwichtige en passende maatregelen te nemen om de ongeoorloofde doorgifte van dergelijke streaming tegen te gaan met volledige inachtneming van de grondrechten en de regels inzake de bescherming van persoonsgegevens. De strijd tegen online-piraterij draagt bij tot de versterking van het concurrentievermogen van de sport- en creatieve sector in de EU. Sport en live-evenementen bevorderen een divers Europees cultureel landschap, brengen burgers samen en creëren een gemeenschapsgevoel. De organisatie van dergelijke evenementen en de rechtstreekse uitzending ervan vereisen aanzienlijke investeringen, maar zorgen ook voor economische groei en werkgelegenheid. Ongeoorloofde streaming kan leiden tot een aanzienlijk verlies aan inkomsten voor uitvoerende kunstenaars, organisatoren en uitzenders van sport- en andere live-evenementen, waardoor de levensvatbaarheid van de door hen aangeboden diensten wordt ondermijnd.
09-05-2023,
Bron: Europese Commissie
Documentairemaker Walter Stokman vond het hoog tijd worden, en nu ziet hij het eindelijk gebeuren: een „opstand onder documentairemakers, die voortkomt uit jarenlang opgespaarde onvrede.” Aanvoerder is documentairemaker Monique Nolte, bekend van hitdocumentaire ‘Het beste voor Kees’ over de autistische Kees Momma. Zij vertelde aan NRC, 1 april 2023, waarom zij haar vervolgdocumentaire ‘Kees vliegt uit’ niet aan de publieke omroep maar aan streamingdienst Videoland, eigendom van RTL, verkocht. „Als maker binnen het publieke bestel kun je niet leven van het maken van documentaires”, zei Nolte. „Je verdient bijna niets, ook niet als de film een succes wordt.” Nolte kreeg bijval van vele makers. „Ik word sindsdien voor allerlei bijeenkomsten uitgenodigd om verder te praten over de beloning van documentairemakers”, zegt ze. Dutch Directors Guild organiseerde een besloten bijeenkomst met Nolte in Het Ketelhuis, waar zo’n tachtig makers op af kwamen om te bespreken hoe hun positie kunnen verbeteren. Daar werd besloten een gezamenlijke brief aan de NPO te sturen. Niet alleen de kwestie rondom Nolte’s documentaire, maar ook de woorden van Jelle Peter de Ruiter, hoofd documentaire van KRO-NCRV, maakten veel filmmakers woedend. „De NPO betaalt makers niet om iemand te volgen”, zei De Ruiter. „We betalen voor een film, niet voor persoonlijke betrokkenheid. En het is inderdaad zo dat je van documentaires maken niet kunt leven. Dat geldt zelfs voor beroemde makers als Heddy Honigmann. Iedereen doet er iets bij, het is geen fulltime baan.” Al snel reageerde De Ruiter op de commotie. „Als het NRC-interview een constructieve en brede discussie veroorzaakt over de positie van makers dan juich ik dat van harte toe”, schreef hij op LinkedIn. „Ik sta vierkant achter de makers”, aldus De Ruiter, die benadrukte wel degelijk te weten „hoe kwetsbaar de positie van freelance makers is”. „Je bent als documentairemaker bereid om heel veel voor niks te doen”, vertelt Niki Padidar, filmmaker. Ook zij besloot zich de afgelopen weken uit te spreken op sociale media. Een regisseur doet research, gaat langs bij hoofdpersonen, schrijft scripts, en ga zo maar door, zegt Padidar. „Juist die persoonlijke betrokkenheid bij een documentaire maakt dat je zwak staat in de onderhandeling over je beloning. Zo wordt dit systeem in stand gehouden. Makers krijgen vaak maar een klein deel van alle tijd die ze aan een film besteden betaald.” Sunny Bergman herkent het probleem. “Vorig jaar lag mijn inkomen op minimumniveau”, zegt ze. „De dagprijs voor regisseurs is al in geen tijden gestegen, ondanks de inflatie. Dat leidt tot de vreemde situatie dat de regisseur vaak een lager dagloon verdient dan de camera- en geluidsmensen en editors.” Een ander probleem is volgens Bergman dat de onbetaalde voorbereidingsfase lang duurt. “Er gaat eindeloos veel tijd zitten in het schrijven van aanvragen voor fondsen. Dat is onbetaald werk en vaak gaat het project niet eens door.” Frans Bromet zegt dat het basisbedrag van de omroepen, 35.000 euro, voor het hele project, onvoldoende is om een film van te financieren, dus een documentairemaker moet bijna altijd extra geld zoeken en zeer zuinig opereren. De magere beloning is des te kwalijker omdat makers vaak ook al hun rechten moeten afstaan aan de omroep, zegt Padidar. „Dat gaat over exploitatierechten maar ook over auteursrechten. Dus als je documentaire een succes wordt, zie je daar niets van terug, en heb je ook niks meer over je film te zeggen. Een omroep kan hem bijvoorbeeld aanpassen zonder jouw toestemming, of fragmenten voor een ander doeleinde gebruiken.” De NPO reageerde schriftelijk op vragen van het NRC. De NPO hecht veel belang aan goede contracten en eerlijke tarieven voor alle makers die bijdragen aan alle mooie content voor de publieke omroep. VPRO-hoofdredacteur Sarah Sylbing reageerde telefonisch: „De regisseurs zijn vaak de slechtst betaalde personen die meewerken aan een film. Het is oneerlijk dat makers zo weinig verdienen en we moeten als sector goed nadenken over hoe we dat beter kunnen regelen.” Sylbing vindt dat er méér geld moet komen voor ontwikkeling. De makers die NRC sprak hadden ook klachten over de starheid van het NPO Fonds: makers moeten hun film tot in het kleinste detail moeten beschrijven. Verder zien makers te weinig bewegingsvrijheid bij de omroepen en te veel macht bij de overkoepelende NPO. De macht over de budgetten in Hilversum zou bij een te klein clubje liggen, en de voorkeuren van die mensen zouden zwaarder wegen dan de ideeën van makers.
09-05-2023,
Bron: NRC
De laatste keer dat de Opzij Literatuurprijs werd uitgereikt was alweer in 2019. Toen won Roxane van Iperen met haar boek ’t Hooge Nest (Lebowski). Het Nederlands feministisch maandblad roept na vier jaar weer uitgeverijen op om boeken in te sturen voor de nieuwe editie van de prijs. De OPZIJ Literatuurprijs was een prijs die jaarlijks werd uitgereikt. Bazarow sprak met Marleen Hogendoorn, hoofdredacteur Opzij. “De reden dat de prijs afgelopen jaren niet werd uitgereikt had voor een deel te maken met corona,” vertelt Hogendoorn. “Ik was zelf niet de hoofdredacteur in die periode. Daarnaast kreeg de vorige hoofdredacteur (Marianne Verhoeven/TvH) in die tijd te maken met ziekte waarna ze uiteindelijk overleed aan een tumor. Dat was een hele heftige tijd, het overlijden had grote impact op de hele redactie. Vorig jaar bestonden we bijvoorbeeld 50 jaar, maar door deze omstandigheden vonden we het vieren hiervan ook niet passend.” Waarom wil het blad de prijs nu weer uitreiken? “We vinden het een belangrijke prijs, want er zijn niet zoveel prijzen voor vrouwelijke schrijvers. Het is naast mooi ook nodig dat er een bekroning gegeven wordt aan de meest invloedrijke vrouw van het jaar. We zien vaker dat mannelijke auteurs de aandacht krijgen, we willen die balans optimaliseren en meer vrouwelijke schrijvers op het podium zetten.” De boeken die ingestuurd worden voor 2023, moeten voldoen aan de volgende voorwaarden: Verschenen van 1 januari 2022 tot en met maart 2023; Geschreven door een vrouw; Fictie of non-fictie; Draagt bij aan de bewustwording, emancipatie en ontplooiing van vrouwen; aangrijpend vanwege de literaire kwaliteit en/of de impact op onze maatschappij. Het blad vraagt lezers en online volgers om hulp bij het kiezen van de publieksprijs, waarna een professionele jury zich buigt over de juryprijs. Tot en met 26 mei kunnen uitgevers boeken opsturen. Hogendoorn: “Hoe de uitreiking en de prijs zelf eruit gaan zien, is nog niet duidelijk. Wel vragen we uitgevers een bijdrage van 30 euro te betalen bij het insturen van een boek, om zo de prijs en het feestelijke moment mogelijk te maken.”
09-05-2023,
Bron: Bazarow
De Zuidelijke Afdeling van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde organiseerde op 22 april een bijzondere bijeenkomst in Roermond, een saluut aan het vrouwelijk schrijverschap. Dit in de geest van eerdere pleidooien (door het collectief Fixdit) om een podium te bieden aan vrouwelijke auteurs. Tijdens deze bijeenkomst spraken Hannie van Horen (over vrouwelijke troubadours), Lizet Duyvendak (over Joke van Leeuwen), Adri Gorissen (over Marie Koenen) en Herman Simissen (over Nicolette Smabers). Voor de inleiding van het programma tekende dichter Emma Crebolder. MdNL publiceert de tekst van Crebolder : Een inleiding over vrouwelijk schrijverschap.
09-05-2023,
Schrijver en columnist Nicolien Mizee is vanaf najaar 2023 de nieuwe gastschrijver van de Universiteit Leiden. Het (jaarlijkse) gastschrijverschap van de Universiteit Leiden biedt studenten en docenten de mogelijkheid om in aanraking te komen met een schrijver of schrijfster van naam. Met iemand die zelf literatuur maakt en die gewend is op een andere manier om zich heen te kijken en te formuleren dan aan de universiteit gebruikelijk is. De duur van het gastschrijverschap is in de regel drie maanden per (academisch) jaar. In haar collegeserie onderzoekt Nicolien Mizee hoe we in deze tijd van sensitivity readers en (online) bedreigingen, zelfcensuur kunnen voorkomen. Culturele gevoeligheden zijn van alle tijden. Boeken zijn verboden, verbrand, en schrijvers verbannen of vermoord. Ook muziek kon ‘entartet’ zijn. Kortgeleden werd in Leiden gevraagd een schilderij met sigarenrokende heren uit de openbare ruimte te verwijderen. Het grootste gevaar van censuur schuilt volgens Mizee in zelfcensuur: niet meer durven denken wat je denkt. Hoe ontkomen we daaraan? Door vaagpraat te vermijden en zo exact mogelijk te formuleren. Een schrijver die zich daarop toelegt, zonder zich te bekommeren om het effect van zijn woorden, zal vanzelf proza schrijven dat verrast, shockeert of als humoristisch wordt ervaren. Eerlijkheid tegenover onszelf is noodzakelijk om te ontstijgen aan de eenheidsworst der algemeen geaccepteerde meningen, aldus Mizee. Dat betekent allerminst dat alles wat wordt geschreven ‘echt gebeurd’ moet zijn: volgens haar adagium ‘echt gebeurd is een begin’ leren we particuliere ervaringen zowel van nabij als van een afstand te beschouwen. Vast onderdeel van het gastschrijverschap is ook een publiekslezing, de Albert Verwey-lezing, die de schrijver in november 2023 zal geven.
09-05-2023,
Bron: Universiteit Leiden
In 2021 deelden ruim 4000 vertalers in de algemene boekenmarkt een gezamenlijke omzet uit vertaalwerk tussen de € 13,2 miljoen en € 27,5 miljoen. Om dit inzicht ook te geven voor vertalers presenteert KVB Boekwerk dit jaar de cijfers over omzet uit vertaalwerk binnen de totale algemene boekenmarkt. Hieronder verstaat KVB Boekwerk de vergoeding per woord, royalty’s en subsidies van het Letterenfonds. Bij dit onderzoek heeft KVB Boekwerk de afspraken tussen vertalers en uitgevers uit het modelcontract als uitgangspunt genomen. Voor slechts een deel van de vertalers geldt dat de inkomsten uit het vertaalwerk substantieel genoeg zijn om van vertalen hun voornaamste beroepsactiviteit te maken. Op basis van de resultaten waren er in 2021 tussen de 240 en 410 vertalers die met inkomsten uit vertaalwerk meer dan een minimumloon konden verdienen. Het aantal vertalers binnen de Algemene boekenmarkt dat er een primair inkomen mee kan verdienen ligt tussen de 40 en 200. Hun inkomen lag tussen de € 54.000 en de € 67.000. Naast alle vertalers in de Nederlandstalige algemene boekenmarkt, zijn vertalers van literair-culturele titels geanalyseerd, gebaseerd op de selectie van literair-culturele NUR-codes. Deze groep is uitgesplitst naar twee genres. 1. de gehele oorspronkelijk Nederlandstalige algemene boekenmarkt; en 2. het literair-culturele segment daarbinnen, en deze wordt tevens uitgesplitst naar fictie en kinderboeken. Ten opzichte van 2020 zijn deze inkomsten voor de algemene boekenmarkt met 6% gestegen. Vertalers van literair-culturele titels verdienden samen echter 6% minder dan in 2020. Ook vergeleek KVB Boekwerk de vertalers met de auteurs. De inkomsten van literair-culturele vertalers zijn sinds 2018 gedaald. Het aantal vertalers in deze categorie is dan ook gekrompen.
De belangrijkste missie van The Gospel Agency is om de zichtbaarheid van black music te vergroten binnen de Nederlandse muziekindustrie. Met dat in het achterhoofd neemt het boekingskantoor het initiatief voor de eerste Black Music Appreciation Month in juni. “Het is goed dat je eraan herinnerd wordt wie de mensen zijn die het voorwerk hebben gedaan”, legt initiatiefnemer George O. Janssen uit. Volgens Janssen is er nog altijd te weinig erkenning voor de muziek die van gospel afstamt en hij hoopt daar meer zichtbaarheid aan te geven met de Black Music Appreciation Month, die hij voor zich ziet als een Europese feestmaand. “We hebben doelen op het gebied van het wegwijs maken van mensen en educatie. Dat laatste doen we met tools voor scholen en educatiemateriaal voor muzieklessen. We willen ervoor zorgen dat die muziek meer gedraaid wordt en dat het ook benoemd wordt.” Want juist aan erkenning van makers van kleur ontbreekt het wat Janssen betreft nog. “Er zijn geen rolmodellen die ownership hebben over hun eigen cultuur. Alles wordt bepaald door raden van bestuur, die geen affiniteit hebben met die cultuur. Ze proberen het te structureren, maar ze missen de binding met hoe het is om het te leven.” Janssen vindt dat de podia, radiozenders en conferenties nog altijd ‘te wit’ programmeren. “Waar ik tegenaan loop, is dat ik als organisatie niet echt wordt gezien. Er zijn zoveel gekleurde mensen bezig met muziek, maar ik zie ze te weinig in de panels, ik zie ze bijna nooit een eigen podia hebben en ik zie ze nooit in het publiek van de conferenties. Als je hen geen ruimte geeft, kunnen ze er nooit komen. Black music culture in Europa moet ook de kans krijgen om fouten te kunnen maken.”
09-05-2023,
Bron: Entertainment Business
Meer dan andere awardshows geeft Buma Music in Media Awards een vrij accuraat beeld van hoe een specifiek deelsegment van de Nederlandse muziekindustrie erbij ligt. In dit geval – zoals de naam al aangeeft – het segment mediacomponisten. Op basis van het beeld dat de lijst genomineerden en winnaars schetst, is te concluderen dat er veel goed gaat, maar dat er nog wel stappen genomen kunnen worden. Entertainment Business sprak met Maartje Glas, General Manager Buma Music in Motion, het platform waar de uitreiking van de Buma Music in Media Awards onder valt. Glas: “Wij zoeken daarvoor onder meer samenwerkingen met tal van partners. Dat gaat letterlijk van film- tot podcastsfestivals. Zonder onszelf op de borst te willen kloppen, kunnen we wel stellen dat er via ons netwerk door de jaren heen vrij veel connecties gelegd zijn. We hebben als matchmaker de afgelopen jaren ruim 350 gesprekken kunnen faciliteren tussen componisten en mediamakers. Op die manier heeft Buma Music in Motion dus actief bij kunnen dragen aan de groei van dit specifieke vakgebied.” Dat uit zich in de genomineerden- en winnaarslijst. Deze laten een grote verscheidenheid aan media uit binnen- en buitenland laat zien die gebruik maken van het werk van Nederlandse componisten. Hetzij in opdracht, dan wel in sync. Glas : “De groei is zonder meer zichtbaar. Enerzijds omdat er gewoon meer media bij komen – denk bijvoorbeeld aan podcasts, maar ook tv-¬series, games en trailers – maar ook in genres waar je eerst nog niet zo veel Nederlandse componisten in zag werken, zoals horror en sciencefiction. Natuurlijk houden we dat soort ontwikkelingen hoe dan ook goed in de gaten, maar je ziet dat de awards ook een ijkmoment zijn geworden waarop bepaalde trends zichtbaar zijn. Zo zie je onder meer dat op sync-gebied sommige muziek echt een lang leven heeft en een nummer als KITTY KITTY van De Staat voor het tweede jaar op rij genomineerd is omdat het nu weer in andere ¬media is gebruikt.” Een trend die heel voorzichtig de kop opsteekt is een lichte groei in het aantal vrouwelijke componisten in het vakgebied. Glas : “Voor ons is dat een serieus aandachtsgebied. Hoe dan ook is slechts 14 procent van de leden van Buma Stemra een vrouw en het aandeel vrouwelijke componisten dat de afgelopen 10 jaar muziek voor mediaproducties heeft gecomponeerd ligt echt heel laag. Dat heeft enerzijds te maken met een gebrek aan rolmodellen, maar anderzijds ook door een soms nog altijd achterblijvend aanbod. Je ziet dat dit jaar Ella van der Woude is genomineerd voor haar werk aan de score van horrorfilm ‘Moloch’, maar het was voorheen uitzonderlijk dat makers van dergelijke genrefilms naar vrouwelijke componisten kijken.”
09-05-2023,
Bron: Entertainment Business
Ticketswap heeft een onderzoek uitgevoerd onder meer dan 2.000 Nederlandse respondenten tussen 16 en 54 jaar die regelmatig naar evenementen gaan over de tweedehands ticketmarkt. 66% van de respondenten overweegt tickets via de tweedehands ticketmarkt te kopen. De overige 33% geeft echter aan bang te zijn voor niet-werkende tickets of te hoge prijzen. Zo heeft de helft van de Nederlanders weleens fraude meegemaakt of kent iemand die er slachtoffer van is geweest. Bijna 70% is dan ook van mening dat de tweedehands ticketmarkt veiliger moet worden en ook is bijna 70% voor het instellen van een prijslimiet in de tweedehands ticketmarkt. 35% is van mening dat de tweedehands ticketmarkt verbetert door het verbieden van dynamic pricing, de prijsstrategie waarbij ticketbedrijven de prijzen laten afhangen van vraag en aanbod. Wanneer mensen tweedehands tickets willen kopen, doet 30% dat het liefst direct via vrienden. Ruim een kwart van de respondenten noemt TicketSwap als eerste keuze voor het kopen van tweedehands tickets en 19% geeft voorkeur aan het primaire ticketbedrijf.
09-05-2023,
Bron: Entertainment Business
Blaasorkesten leggen voor meer dan de helft van hun speeltijd lichte muziek op de lessenaars, terwijl de elementaire kennis om de diverse lichte muziekstijlen goed uit te voeren in veel gevallen ontbreekt. Tijd dus om de kundigheid op dit gebied bij te spijkeren. In samenwerking met de lichte muziekspecialisten Jos Pommer en Patrick Curfs hebben Musidesk Rijnbrink en de Muziekbond Gelderland-Flevoland een traject uitgestippeld om de uitvoeringspraktijk van lichte muziek bij blaasorkesten naar een hoger plan te tillen. Musidesk houdt op 28 oktober in samenwerking met de Muziekbond Gelderland-Flevoland het Hanzefestival Gelderland, een beoordelingsfestival toegespitst op lichte muziek. Geen strijd om punten en prijzen, maar een heel traject dat is uitgestippeld om de deskundigheid op het gebied van de lichte muziek te verbeteren. Zo is er voorafgaand aan het festival - op 2 juni - een inspiratiesessie voor de dirigenten van de deelnemende orkesten. Hierin worden artistiek-inhoudelijke zaken uitgelicht, zodat de deelnemers straks op het festival goed beslagen ten ijs komen. Maar ook na het festival houden de juryleden Jos Pommer en Patrick Curfs contact met de deelnemers om hen verder te begeleiden. “Lichte muziek is nog steeds onderbelicht in de Nederlandse blaasmuziek”, zegt Pommer. “Het gezegde ‘onbekend maakt onbemind’ is hierbij van toepassing. Er is koudwatervrees om de zaak serieus op te pakken. Dat komt ook door een gebrek aan vakkennis. Muzikanten krijgen niet de juiste informatie om de muziek goed uit te voeren.”
09-05-2023,
Bron: Klankwijzer
Heb ik de juiste tools? Hoe kan ik aan meer data komen? En als ik dan al die data heb verzameld, wat kan ik er dan concreet mee? Het zijn vragen waar veel instellingen tegenaan lopen. De taskforce publieksdata vroeg Sara Oomen om een aantal organisaties die werken met het Culturele Doelgroepenmodel verder op weg te helpen door middel van een quick scan.
09-05-2023,
Bron: DEN
De grondlegger van de Jacques de Leeuw Prijs, de prijs die sinds 2002 jaarlijks wordt uitgereikt aan de twee meest getalenteerde afstudeerders van Fontys Hogeschool voor de Kunsten, is in 2021 overleden, maar zijn naam leeft voort in deze unieke prijs die de doorontwikkeling van getalenteerde jonge makers mogelijk maakt en een investering is in de carrière van net afgestudeerde kunstenaars en kunstvakdocenten. Op 12 april presenteerden de elf genomineerde studenten van Fontys Hogeschool voor de Kunsten zich aan de vakjury. Hiermee is de editie 2023 begonnen die op 29 juni eindigt met de prijsuitreiking; twee studenten winnen dan een geldbedrag van 10.000 euro, een van de educatie opleidingen, en een van de opleidingen Performing & Design. Vanaf het moment dat studenten genomineerd worden gaan ze een heel traject in tot aan de uitreiking. Zo krijgen ze presentatietrainingen, hebben ze interviews met de vakjury, komen ze meer en meer in contact met het werkveld en werken ze met elkaar aan een performance die te zien is tijdens de prijsuitreiking op 29 juni in Schouwburg Tilburg.
09-05-2023,
Bron: Fontys
Hbo-afgestudeerden doen het in de regel nog steeds goed op de arbeidsmarkt. Dat blijkt uit de jaarlijkse HBO-Monitor van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Maastricht University. Belangrijkste conclusie uit de monitor: hbo-opgeleiden van de lichting 2019/2020 hebben bijna allemaal werk; vier van de vijf werken op het hbo-niveau waarvoor ze zijn opgeleid en meer dan 60% heeft al een vaste baan. “Het is opvallend hoe goed het gaat met deze groep hbo’ers die de arbeidsmarkt opkwam toen de COVID-19 pandemie in volle gang was”, zegt dr. Barbara Belfi, projectleider HBO-Monitor bij het ROA. Volgens de openbare ‘factsheet’ is de werkloosheid het laagst in de sectoren onderwijs en gezondheidszorg (0,5 en 1,6 procent), terwijl de werkloosheid onder afgestudeerden van sociale studies, economie, kunst en agro & food rond de 3,5 procent zweeft. Maar dat is dus inclusief deeltijders, en ook inclusief Ad’ers én masters. Wederom vinden afgestudeerden uit de sector kunst het minst snel werk. Wel vinden afgestudeerden uit de sector kunst in 2022 beduidend vaker een baan direct na afstuderen (71%) dan in 2021 (62%). Terwijl bijna een kwart van de afgestudeerden in 2021 meer dan drie maanden nodig had om de eerste baan te vinden, geldt dit in 2022 voor 18% van de afgestudeerden. Het bruto maandloon is anderhalf jaar na afstuderen 3.201 euro voor alle mogelijke groepen hbo’ers. Afgestudeerden van voltijdstudies komen uit op 3.072 euro, terwijl deeltijders 3.913 euro verdienen. Uit de vergelijking tussen de sectoren blijkt wel dat kunstenaars relatief het minst verdienen (2.077 euro), waar de andere sectoren allemaal boven de drieduizend euro per maand uitkomen. In de bètatechniek gaat het om 3.573 euro per maand. Maar dat gaat dus om afgestudeerden van alle niveau (ook Ad’ers en masters), inclusief voormalige deeltijders.
Het aantal buitenlandse studenten in het Nederlandse hoger onderwijs steeg dit collegejaar met 7 procent: veel minder dan in eerdere jaren. De basisbeurs, de Brexit en de oorlog in Oekraïne speelden daarbij een rol. Dit blijkt uit nieuw onderzoek van Nuffic, de internationaliseringsorganisatie voor het onderwijs. Het is een trendbreuk met eerdere jaren. Vorig collegejaar bedroeg het groeipercentage nog 12 procent. Zo’n 85 duizend internationale studenten gaan momenteel naar de universiteit en bijna 37 duizend volgen een studie aan een hogeschool. In het hbo trekken opleidingen in het economische domein de meeste buitenlandse studenten. Percentueel gezien scoort het domein Taal en Cultuur het hoogst. Bij de universiteiten zijn de opleidingen in de sector Behavioural & Social Sciences het populairst. Al tellen de university colleges relatief de meeste internationals. De Universiteit van Amsterdam telt in absolute aantallen nog altijd de meeste internationals. Fontys is de enige hogeschool in de top tien. Maar relatief staat de Universiteit Maastricht bovenaan: daar is meer dan de helft van de studentenpopulatie international.
09-05-2023,
Bron: Punt.Avans
Onderzoekers worden opgeroepen om voorstellen in te dienen voor de call ‘Climate & Cultural Heritage (CCH): Collaborative research to address urgent challenges’. Op 16 mei kunnen geïnteresseerden tijdens een online informatiesessie meer te weten komen over de call en via het Matchmaking platform andere onderzoekers ontmoeten. Deadline voor indienen van onderzoeksvoorstellen is 8 september 2023. De call richt zich op de gevolgen van klimaatverandering voor cultureel erfgoed en op mogelijke bijdragen aan klimaatadaptatie, mitigatie en duurzame ontwikkeling door kennis over cultureel erfgoed. Wat kunnen we leren van het verleden om de interdisciplinaire uitdagingen met betrekking tot het klimaat aan te gaan? Deze call stimuleert transdisciplinair onderzoek op het snijvlak van cultureel erfgoed en klimaatverandering, bevordert samenwerking van de onderzoeksgemeenschap in verschillende regio's, en draagt bij aan kennisontwikkeling en erfgoed- en klimaatbeleid op mondiaal niveau.
09-05-2023,
Bron: Cultureel Erfgoed
Het Leeuwarder festival en productiehuis Explore The North heeft een eigen hub op de komende editie van festival Oerol op Terschelling. Er wordt nieuw werk gepresenteerd van jonge talenten die verbonden zijn aan het productiehuis.
09-05-2023,
Bron: Explore the North
Een kunstenaar kun je best minder betalen: ze doen tenslotte werk dat ze leuk vinden. Het is een van de hardnekkige aannames die de creatieve sector niet vooruithelpt, ontdekte arbeidssocioloog Petar Marčeta in een onderzoek ‘Generalisaties over werk in de culturele en creatieve sector nader bekeken’. Op 10 mei presenteert Marčeta de resultaten op een conferentie samen met Wike Been, een socioloog van de RUG. Marčeta sprak voor zijn proefschrift met architecten en ontwerpers in Nederland en het Verenigd Koninkrijk. Folia interviewt Marčeta over lage salarissen, veel overuren en niet ingeloste verwachtingen over autonomie.
15 creatieve professionals ontvangen van het Prins Bernhard Cultuurfonds Noord-Brabant een financiële bijdrage voor het aangaan van een artistiek project, experiment of maakproces. De Nieuwe Makers regeling geeft ruimte, tijd en vertrouwen aan startende makers zodat zij zich een aaneengesloten periode volledig kunnen focussen op hun project. Per aanvraag is € 4.000 toegekend. Makers uit alle kunstdisciplines konden begin dit jaar een aanvraag doen. Met deze laagdrempelige regeling wil het Cultuurfonds startende, creatieve professionals ook zonder rechtsvorm via een financiële bijdrage de mogelijkheid bieden om tijd ‘te kopen’ en te doen waar ze goed in zijn: onderscheidend werk maken, componeren of schrijven bijvoorbeeld. De geselecteerde makers wonen en werken in Brabant, zijn maximaal vijf jaar geleden afgestudeerd aan een kunstopleiding (mbo/hbo) en ontvangen geen financiële bijdrage vanuit een van de Brabantse talenthubs.
Wat mag er allemaal wel of niet in het Waalwijkse Schoenenkwartier? De discussie daarover heeft flink wat stof doen opwaaien. De partij Samen Waalwijk riep op de afscheidsreceptie van oud-wethouder John van den Hoven te verplaatsen, omdat een receptie in het Schoenenkwartier in strijd zou zijn met de vergunning. Maar het college legt dat verzoek naast zich neer. Alles gaat volgens de regels, zo benadrukt het. En dus is de bijeenkomst op 9 mei gewoon in het Schoenenkwartier. Over de evenementen in het museum is de gemeente duidelijk. Horeca-activiteiten zijn enkel toegestaan bij bijeenkomsten die op één of andere manier een link hebben met het Schoenenkwartier. ,,Sommige aanvragen zijn complex”, erkent het college. Bij twijfel moet het museum met de gemeente overleggen. Maar volgens het college gaat dit bij de afscheidsreceptie van Van den Hoven niet op. De gemeente mag zelf namelijk wel gebruik maken van het Schoenenkwartier, net als van haar eigen gemeentehuis. Al moet ze het museum wel afhuren. ,,Een receptie voor een eigen bestuurder is niet in strijd met de bestemming”, stelt het college. ,,Het is een besloten bijeenkomst waar bezoekers niet voor hun drankjes betalen. Hiervoor is dus ook geen alcoholvergunning nodig.” Anouk van Heesch, voormalig directeur van het museum, voelt zich beschadigd door de hele discussie. Volgens haar heeft het college ten onrechte beweerd dat onder haar leiding wel ‘illegale’ evenementen zijn gehouden. De gemeente erkent dat haar optreden achteraf niet erg handig is geweest. ,,Het is zeker niet de bedoeling om de voormalige directeur te beschadigen”, geven burgemeester en wethouders nu aan, in reactie op vragen van Samen Waalwijk. Het college verklaarde eerder dat er in het verleden wel evenementen in het museum zijn gehouden, die niet aan de benodigde vergunning voldeden. Deze zouden dateren uit de tijd van Van Heesch, zo viel uit zijn reactie op te maken. Volgens Samen Waalwijk kreeg de oud-directeur zo een trap na, en de fractie eiste opheldering. Om welke evenementen ging het nu precies? Opvallend genoeg moet het college dat antwoord schuldig blijven. ,,Wij hebben enkel het signaal ontvangen dat er slechts enkele evenementen zijn gehouden, die afweken van de vergunning”, stelt het. De gemeente zegt niet te kunnen achterhalen welke bijeenkomsten dat waren. Volgens Van Heesch was ze er altijd scherp op dat de evenementen aan de regels voldeden. En ze is ervan overtuigd dat dit ook zo was. ,,Als voormalig directeur heb ik namelijk wél keurig een lijstje bijgehouden van alle activiteiten en het aantal bezoekers.” Nadere uitleg van de gemeente heeft zij ook niet vernomen. De gemeente Waalwijk zegt binnenkort contact op te nemen met haar. ,,Er is niet handig gecommuniceerd”, beaamt een woordvoerder.
08-05-2023,
Bron: Brabants Dagblad
Waalwijk blijft in beeld voor grote evenementen. De gemeente Waalwijk ziet geen reden om de ambities bij te stellen. De partij Samen Waalwijk vreest de gevolgen van de nieuwe koers, die gevaren wordt bij evenementen. Jongerencentrum Tavenu speelt nu een veel minder grote rol bij dit soort festiviteiten. Samen Waalwijk zet grote vraagtekens bij die keuze. Volgens het college trekt de partij echter verkeerde conclusies en schetst ze een veel te somber beeld. De organisatie van evenementen is in handen gekomen van centrumondernemers en vastgoedeigenaren, verenigd in de BIZ (Bedrijven Investerings Zone). En daar heeft de gemeente alle vertrouwen in. Het klopt dat de gemeente nieuwe (subsidie)afspraken heeft gemaakt met Tavenu. Maar dat het jongerencentrum helemaal geen rol meer mag spelen bij de organisatie van evenementen, is volgens hen niet waar. De Tavenu mag zelfs grote evenementen organiseren, alleen niet meer met subsidiegelden voor het jongerenbeleid, zo is de duidelijke boodschap. Andere partijen zouden het jongerencentrum ook kunnen ‘inhuren’ voor activiteiten of evenementen. Het is volgens het college aan de Tavenu om die opdrachten wel of niet aan te nemen. Bij het jongerencentrum zelf zien ze daar weinig ruimte meer voor. Volgens Samen Waalwijk is de culturele rol van het jongerencentrum fors uitgekleed en betekent dit een flinke verschraling van het jongerenwerk. Ook hier zijn burgemeester en wethouder het niet mee eens. “De Tavenu krijgt nog wel degelijk subsidie voor het organiseren van (culturele) activiteiten voor en door jongeren, zoals dans en muziek. Daarnaast nemen zij deel aan drie grote evenementen binnen de gemeente.” De gemeente staat nog pal achter de gekozen koers. Ze verwacht dat meer jongeren worden bereikt, nu de Tavenu bijvoorbeeld meer scholen bezoekt. ,,Dat zorgt ervoor dat het gebouw van Tavenu uiteindelijk nog intensiever wordt gebruikt door jongeren, die daar hun eigen evenementen organiseren.”
08-05-2023,
Bron: Brabants Dagblad
Museum Krona in Uden, voorheen Museum voor Religieuze Kunst, viert het 50 jaar bestaan met drie jubileumexposities. Onder de bezielende leiding van Léon van Liebergen als eerste conservator bouwde het vanaf de jaren 70 een reputatie als kunstkabinet voor religieuze kunst op. Sinds het einde van de jaren 80 helt het aanbod steeds meer over naar ‘religieus maar niet per se kerkelijk’ en verzamelt en presenteert Krona hedendaagse kunst. Mari van Rossem sprak met Krona-conservator Wouter Prins. ,De laatste jaren hebben we die koers versterkt en breder ingevuld, laten we dus ook spiritualiteit en religie de combinatie aangaan met moderne kunst. We willen vrijdenkers zijn, zoals veel kloosterlingen vaak ook te werk gaan. En dat doen we op een heel bijzondere plek: in Nederland is er geen enkel ander museum dat deel uitmaakt van een bewoond abdijcomplex. Nog altijd wonen en leven er vijf zusters Birgittinessen in het klooster waaraan wij vastzitten.” Het was in 1970/1971 een expositie over laatgotische kunst in Het Noordbrabants Museum die als kiem fungeerde voor de latere, Udense evenknie. ,,Die tentoonstelling met beeldhouwkunst uit de periode 1480-1530 gaf nieuwe inzichten in beelden die veelal uit kerken en kloosters stamden. Het zette met name een aantal Udenaren, onder wie de kunstminnende burgemeester Gerard Schampers, op het spoor van een eigen museum.” (…) ,,Hij onderhield goede contacten met de Udense zusters die door minder aanwas meer ruimte in hun abdij vrij kregen. Omdat het bisdom Den Bosch geen eigen onderkomen voor zijn eigen kerkelijke kunst had, was één en één snel twee. In 1973 zag de stichting het licht, een jaar later kreeg het museum een grote bruikleen uit Amsterdam met vooral beelden die zo’n honderd jaar eerder van Uden naar het Rijksmuseum waren verhuisd. Een mooi begin.” Inmiddels is er volop in en rondom het museum verbouwd: al snel werd de oude abdijboerderij erbij getrokken, onder het maaiveld kwam opslagplek en exporuimte, de kruidentuin werd in de looproute opgenomen en het paviljoen zorgde voor een nog modernere uitstraling. Op 13 mei opent het museum met z’n zeventig vrijwilligers met de expositie Krona als hoofdzaak. Daarin staan, uitgaande van het kroontje van de zusters, vooral weelderige, frivole hoofddeksels centraal. De tweede expositie heeft het visioen als uitgangspunt en de slottentoonstelling showt Krona’s eigen kroonjuwelen. Prins: ,,We gaan de bezoeker tot ver in 2024 aangenaam verrassen.”
08-05-2023,
Bron: Brabants Dagblad
Op de bestaande gymzaal van de Bossche Vakschool prijkt binnenkort - verdeeld over drie muren - de grootste muurschildering van de stad. Het straatkunstplatform Kings of Colors heeft drie kunstenaars (Marcus ‘Gomad’ Debie, Martin Plag, Gart Smits) weten te strikken om het project te verwezenlijken. Binnen het ontwerp, dat doorspekt is met symboliek, staan zowel de diverse vakgebieden als de leerlingen centraal. Projectleider Jan-Henk van Ieperen, tevens artistiek leider van Kings of Colors: „Al in 2020 zijn we benaderd door Rothuizen Architecten uit Middelburg. Dit jaar vieren we ons stalen jubileum. We hebben al vele projecten gerealiseerd. Dit huzarenstukje is letterlijk én figuurlijk een van onze hoogtepunten.” Zakelijk leider Stefan van Ham tot slot: „Deze vorm van kunst is een interessant middel om verhalen te vertellen op een manier die een brede doelgroep aanspreekt. In dit geval staat dus straks het verhaal van de Bossche Vakschool op de muren te lezen.”
08-05-2023,
Bron: Brabants Dagblad
Het Brabants Boek Present, een initiatief van literair productiehuis Tilt en het Prins Bernhard Cultuurfonds Noord-Brabant, is toe aan de eerste lustrumeditie. Henk van Straten, Jeroen Thijssen, Vrouwkje Tuinman en Simone Atangana Bekono gingen Forugh Karimi voor. Wie van 2 tot en met 10 september minimaal 15 euro besteedt in een van de deelnemende Brabantse boekhandels – en dat zijn ze bijna allemaal – krijgt Nargis van Karimi cadeau. De Veghelse auteur, die geboren is in een AZC en opgroeit in een warm en liefdevol gezin in Nederland, is inmiddels twaalf jaar werkzaam als psychiater en psychotherapeut in haar eigen praktijk in ’s-Hertogenbosch. Haar vorig jaar verschenen succesvolle debuutroman De moeders van Mahipar vertelt het verhaal van een Afghaanse moeder en zoon die in Nederland een nieuw bestaan opbouwen. Annemiek Steenbekkers sprak met haar.
Zoveel mogelijk kinderen in aanraking laten komen met theater en hen een fantastische ervaring bezorgen. Vanuit die gedachte staken de Wonka Podia (een samenwerkingsverband tussen zes podia in Eindhoven en regio, Het Parktheater, De Schalm, De Hofnar, De Kattendans, Het Speelhuis en de Cacaofabriek) de spreekwoordelijke koppen bij elkaar. Theaterdrempels verlagen, zodat meer mensen kunnen meedoen. Dat is de missie waar zij voor staan. Kinderen hebben hierbij speciale aandacht. Het zijn immers de theaterbezoekers van de toekomst. Theater ontroert, ontspant, zet aan het denken, confronteert, zorgt voor anders leren kijken. Zij gunnen dit elk kind. Omdat vervoer vaak een drempel blijkt, ontstond de gedachte van Wonka on Tour. Wonka Podia brengt gedurende negen weken theater naar de basisscholen in Eindhoven, Helmond, Veldhoven, Valkenswaard en Bergeijk. In die periode speelt Jeugdtheater Wildpark op tientallen schoolpleinen de voorstelling De monteur en het meisje. En dat maar liefst vijfenvijftig keer voor circa 330 klassen (groep 5 en 6) van zo’n 100 basisscholen. De cultuurcoaches van de vijf gemeentes waren uiteraard hierin betrokken. Zij zorgden onder meer voor uitnodigingen naar en communicatie met de scholen. Daarnaast krijgen alle deelnemende scholen een lespakket om in hun groep met de (thema’s van de) voorstelling aan de slag te kunnen gaan.
08-05-2023,
Bron: Het Parktheater
Het Weverijmuseum Geldrop is in het bezit van een ultramoderne, computergestuurde weefmachine. Met de machine wordt het veel makkelijker om meer ontwerpen en dessins te weven. Het gaat om een zogeheten jacquardmachine. Dat zijn stoffen met ingeweven dessins. De computergestuurde machine draait nu langs eeuwenoude weefgetouwen in Geldrop. De weefmachine is samen met EE Exclusives uit Heeze aangekocht. Het bedrijf gaat er het jacquard ontwerp voor textielvormgevers, studenten én de eigen museumcollectie op draaien. Het Weverijmuseum in Geldrop is vier dagen per week ‘in bedrijf’. De hypermoderne weefmachine draait naast historische machines van meer dan een eeuw oud. ‘Zo ervaart de bezoeker niet alleen de rijke textielhistorie uit de regio maar ook de mogelijkheden van nu en de toekomst', aldus het museum. Het museum Het museum werkt al langer samen met het familiebedrijf. Zo is een aantal machines die in het Weverijmuseum draait geschonken door EE Labels en zijn oud-medewerkers van het bedrijf nu actief als vrijwilliger in de weefhal van het museum.
08-05-2023,
Bron: Eindhovens Dagblad
Podium Klassiek Eindhoven bestaat inmiddels alweer zo'n acht jaar. Het initiatief werd destijds genomen door een aantal muziekliefhebbers die al langer de wens hadden om naast het Muziekgebouw iets kleinschaligers op te zetten voor kamermuziek. ,,Een pianist, een trio, een gitarist, maar altijd kamermuziek", zo vertelt bestuurslid Otto Dieleman. ,,Het initiatief sloeg aan en de Oude Rechtbank waar het Podium begon, werd al snel te klein en De Kazerne was een aantrekkelijk alternatief. ,,De zaal daar is immers beduidend groter, maar intiem genoeg om muzikanten en publiek dicht bij elkaar te brengen. En dat lukte, want tot de uitbraak van het coronavirus zaten we met steevast zo’n honderd bezoekers vrijwel altijd vol. We hebben in die jaren echt een naam opgebouwd en vormen een aantrekkelijk podium voor kamermuziek.” Zoals elke culturele instelling ging ook Podium Klassiek in coronatijd door een paar moeilijke jaren. Het eerste weer ‘vrije’ seizoen heeft de concertreeks alweer tot op twee derde van het oude niveau gebracht, aldus Dieleman. Op 7 mei voor het laatst in De Kazerne. Want de concerten verhuizen naar de kapel van DomusDela. Het eerste zomerconcert van Podium Klassiek Eindhoven in DomusDela is op 25 juni.
08-05-2023,
Bron: Eindhovens Dagblad
Battles, voorstellingen, workshops, feesten en showcases. Tijdens de 5e editie van Urban Dans Dagen, nog tot en met 14 mei, op diverse locaties in Eindhoven, o.m. het Parktheater, Pand P en Dynamo, worden de muren weggehaald tussen streetdance, hiphop, breakdance en theater. ,,Het wordt tijd dat urban dans niet meer als kinderkunst bestempeld wordt, maar als een volwassen kunstvorm”, vindt artistiek leider André Grekhov. Anita Vliegenberg was er voor het ED bij en sprak o.m. met Grekhov. ,,Na Amsterdam, Rotterdam en Den Haag is Eindhoven een stad waar mensen naar urban dans gaan kijken in het theater. In andere steden zoals bijvoorbeeld Enschede gebeurt dat niet. Daar wordt het niet geprogrammeerd door theaters. Dat is misschien te verklaren omdat jongeren naar de grote steden verhuizen, maar ook in kleinere steden zijn zeker subculturen”. Samen met Isèle Claassens is Grekhov de kartrekker om urban dans het theater in te krijgen. En hoewel het in Eindhoven goed gaat, mogen er best wat meer mensen langskomen. Juist de mensen die andere disciplines niet zo goed kennen en die misschien wel heel verbaasd zijn om ineens spoken word in een hiphop-battle te horen. En misschien wordt het rauwe van streetdance wel een stuk gelikter op een podium in een theater.
Er wordt serieus werk gemaakt van straatkunst in Helmond. Deze maand kan weer een muurschildering worden opgenomen in de Street art route. Zes kunstwerken van Museum Helmond worden vertaald in een mural. Kunstenaars van De Strakke Hand zijn momenteel bezig om de werken een plek te geven op de Kasteelpoort. Zo verschijnt er straks een afbeelding van werk van ‘ijzer- en vuurschilder’ Herman Heijenbrock (1871-1948). Zijn oeuvre staat in het teken van arbeiders, industrie en nijverheid. Maar ook moderner werk van Bert Loerakker, een foto en een still uit een video lenen zich voor deze muurschildering. ,,We brengen het museum naar buiten. De zes werken zijn heel verschillend en laten zien hoe divers de collectie van het museum is”, zegt Guus van Oorschot van Carat. De stichting zet zich in om kunst en cultuur voor iedereen toegankelijk te maken. De mural op de Kasteelpoort is de zesde die ze de stad geeft. Over een dikke week zal de Kasteelpoort-mural klaar zijn. Als het aan Stichting Carat ligt worden veel meer plekken in Helmond verfraaid met street art. Van Oorschot: ,,Er staan nog een hoop muren op onze lijst. We willen een paar flinke handtekeningen achterlaten in de stad.”
Bibliotheek Helmond en het Kunstkwartier hebben de afgelopen maanden onderzocht hoe ze intensief samen kunnen werken. En of dat wellicht op één locatie kan. Uitweiden over de conclusies doet bibliotheekdirecteur Robin Verleisdonk nu nog niet. Wel is duidelijk dat een eventuele samenvoeging op voorhand geen gemakkelijke klus is. Verleisdonk wil in elk geval dat dit jaar een keuze wordt gemaakt waarmee beide instellingen weer jaren vooruit kunnen. De bibliotheek is sinds 2011 gevestigd aan de Watermolenwal. ,,Is het tijd voor een nieuwe fase? Dat is aan de gemeente”, aldus de directeur. ,,We staan open voor ontwikkelingen, ook op een andere locatie. Zolang het maar een laagdrempelige locatie is met ruimte voor onze activiteiten. Voorlopig zitten we goed op deze plek.” Dat de pandemie voorbij is blijkt ook uit het aantal bezoeken dat omhoog schoot van 128.000 naar 211.000, zo blijkt uit het jaarverslag. ,,De tijd van enkel boeken uitlenen is voorbij. De transformatie van een uitleenfabriek naar een maatschappelijke en educatieve bibliotheek werd in 2022 met vernieuwde energie weer opgepakt.” Verder werden er vorig jaar Informatiepunten Digitale Overheid geopend in Asten, Someren en Helmond. Daar kunnen inwoners terecht met vragen over bijvoorbeeld het inloggen met DigiD of het aanvragen van een toeslag. Verleisdonk noemt ook de veranderingen die de oorlog in Oekraïne met zich meebrengt. Dat zorgde onder meer voor flinke prijsstijgingen. Je huis verwarmen kost steeds meer geld. De bibliotheken startte daarom het project ‘warme kamers’, waarin iedereen welkom was om in een bibliotheek te komen werken of studeren. Mede hierdoor hebben de vier bibliotheken in Helmond, Deurne, Asten en Someren in 2022 in totaal ruim 210.000 bezoekers gehad. Dat zijn aantallen die voor corona ook werden gehaald, aldus Verleisdonk.
08-05-2023,
Bron: Eindhovens Dagblad