Zoek bijvoorbeeld naar een activiteit of pagina

Binnen Cultuureducatie met Kwaliteit 4 Noord-Brabant (CmK4) wordt een aantal professionele leergemeenschappen (PLG’s) opgezet. In een PLG werken diverse professionals uit het culturele- en onderwijsveld samen aan kennisontwikkeling en innovatie. Vanuit een actuele vraag uit de praktijk onderzoeken de deelnemers aan de PLG het onderwerp en vertalen dit naar de onderwijspraktijk. 

De leergemeenschappen zijn een afspiegeling van het werkveld, aangevuld met experts uit andere domeinen. De opbrengsten van het onderzoek worden gedeeld met de rest van het werkveld in de vorm van kennisproducten en -tools, zoals (pilot)projecten, instrumenten, scholing of andere activiteiten.

Waarom werken in leergemeenschappen?

We staan als werkveld cultuureducatie voor een aantal complexe thema’s en uitdagingen. Antwoorden en oplossingen zijn alleen sámen te vinden, door een onderwerp vanuit alle mogelijke perspectieven te bekijken en onderzoeken. We willen co-creatie stimuleren door ruimte te maken voor ieders expertise, ervaring en inbreng. Zo bouwen we aan collectieve wijsheid, die het hele werkveld ten goede komt.  

Volg het proces van de lopende PLG’s

Een aantal PLG’s zijn reeds gestart. Je kunt hun proces hier volgen:
 

Kenmerken van een PLG

Hoewel niet iedere leergemeenschap er hetzelfde uitziet, zijn er een aantal uitgangspunten die onze PLG’s kenmerken: 

  • Actualiteit & relevantie: We starten vanuit een actueel thema of vraag, waarbij de deelnemers zelf ook relevantie voelen.
  • Gelijkwaardigheid: We gaan uit van een gelijkwaardige samenwerking: iedereen draagt bij vanuit eigen ervaring en expertise, en ieders bijdrage is even waardevol.
  • Diverse perspectieven: We werken met een groep mensen die vanuit diverse perspectieven te maken hebben met het thema of de vraag. Bij voorkeur betrekken we ook mensen vanuit andere sectoren dan cultuur en educatie. 
  • Eigenaarschap: De PLG onderzoekt op eigen wijze het vraagstuk en bepaalt zelf op welke manier de opgedane kennis gedeeld en verwerkt wordt.
  • Kennisdeling: De resultaten of opbrengsten worden gedeeld met het brede werkveld zodat iedereen hiervan kan profiteren.
  • Eindig: De PLG’s zijn tijdelijk van aard; ze kennen een start en een afsluiting. 
     

Thema's van de PLG's

In 2025 en 2026 starten we leergemeenschappen rondom de volgende thema’s: gespecialiseerd onderwijs, mbo, het volgen van culturele ontwikkeling, meerstemmigheid in het aanbod en actualisatie van de kerndoelen. Deze thema’s zijn nog erg breed. De exacte onderzoeksvraag wordt opgesteld in een voortraject met (potentiële) deelnemers van de PLG. 

Gespecialiseerd onderwijs: voor kinderen met specifieke kwetsbaarheden kan cultuureducatie bijzonder waardevol zijn in hun ontwikkeling van zelfvertrouwen en life skills. Binnen CmK3 was er aandacht voor deze doelgroep vanuit het streven naar kansengelijkheid, en we willen hier graag op doorpakken in een PLG. 

Mbo: Het merendeel van de Brabantse leerlingen stroomt door naar het mbo, waar cultuureducatie nog niet wettelijk is verankerd en afhankelijk blijft van de inzet en het enthousiasme van individuele docenten. We willen daarom verkennen welke behoeften er zijn rond cultuureducatie in het mbo.

Meerstemmigheid in het aanbod: Binnen CMK is kansengelijkheid een centrale doelstelling. Meerstemmigheid in het aanbod is daar een onderdeel van: Kunnen alle leerlingen zich voldoende herkennen en erkend voelen binnen het cultuureducatieve aanbod? 

Volgen van de culturele ontwikkeling van de leerling: Momenteel volgt 60% van de scholen de culturele ontwikkeling van de leerling niet. Als we cultuureducatie serieus willen nemen in het curriculum, dan is dit echter wel een belangrijk aspect. In een PLG willen we verder onderzoeken hoe we scholen hierin kunnen stimuleren en helpen.

Actualisatie kerndoelen: de kerndoelen worden geactualiseerd en zullen naar verwachting in schooljaar 2027-2028 van kracht gaan in het onderwijs. Om cultuureducatie goed te borgen in het curriculum, zullen we moeten kunnen aansluiten bij deze kerndoelen. De vragen “Wat willen we ermee, wat kunnen we ermee en wat moeten we ermee?” vormen het uitgangspunt voor deze PLG. 

In de tweede helft van CmK4 houden we ruimte voor enkele nieuwe thema’s, afhankelijk van wat er op dat moment actueel en relevant is. 

Proces van een PLG

Iedere PLG zal er anders uitzien en op een eigen manier werken, maar grofweg zijn er het proces van de PLG een voortraject, drie PLG-fasen en een afronding te onderscheiden. De totale doorlooptijd van een PLG (van voortraject t/m kennisdeling) kan per PLG variëren, maar bedraagt gemiddeld zo’n 1,5 tot 2 jaar.

Voortraject (ca. 2 maanden)

Het voortraject van een PLG start met een gezamenlijke brainstorm en kadering om een gedeeld doel vast te stellen en een onderzoeksvraag te formuleren. Van hieruit wordt gekeken of de samenstelling van de PLG klopt en alle benodigde perspectieven aan tafel zitten. We kijken niet alleen naar de functierollen, maar ook naar de mensen en hun unieke bijdragen. Tenslotte wordt er, vanuit de inhoud van het thema, bekeken welke mogelijke experts ‘ingevlogen’ dienen te worden.

In het voortraject worden vier stappen doorlopen:

  1. Verkenning - Thema bepalen en de gezamenlijke 'why' ontrafelen 
  2. Onderzoek - Intermediairs en partners betrekken; verkennen welke deelnemers willen aansluiten
  3. Ontwerp - Samenstelling bepalen en karaktereigenschappen van de PLG inclusief beoogde opbrengsten vastleggen
  4. Toetsing - Formuleren van onderzoeksvraag en opzet PLG, opstellen van begroting, 'werven' (uitnodigen) van deelnemers, en vastleggen wie er meedoen

De 'wet van mobiliteit' geldt tijdens het voortraject, dat wil zeggen dat tijdens het voortraject deelnemers gemakkelijk in- of uit kunnen stappen. Aan het einde van het voortraject wordt gekeken wie er daadwerkelijk aan (het vervolg van) de PLG gaan deelnemen. 

Uitvoering van de PLG

Na het voortraject start de daadwerkelijke PLG. Belangrijke daarbij is dat de aanvliegroute per PLG kan verschillen – de PLG bepaalt immers zelf hoe ze wil (samen)werken – maar een belangrijk centraal gegeven is dat het niet alleen gaat om kennis ophalen, maar om een cyclus van delen, meenemen en toetsen (een vorm van actieonderzoek). 

Fase 1: 

In de eerste fase van de PLG checken we of de vraag en het doel breed gedragen worden. Tegelijkertijd bouwen we aan een cultuur van vertrouwen, relatie en eigenaarschap door afspraken te maken over de manier van samenwerken, inclusief praktische zaken zoals de organisatie van bijeenkomsten en plannen van data. 

Fase 2:

In fase twee van de PLG start van het gezamenlijk onderzoeken en ontwerpen door het verzamelen van eerste ideeën en bronnen. Daarbij verdelen we samen de taken en verantwoordelijkheden, en maken afspraken over tussentijdse communicatie en het delen van informatie. 

Fase 3:

In de derde fase van de PLG kijken we naar wat hebben we gevonden dat gaat bijdragen aan het doel. Wat leveren het gezamenlijk onderzoek en het gezamenlijk ontwerp op voor onszelf en voor de eindgebruikers? Vervolgens wordt gekeken hoe deze bevindingen het beste gedeeld kunnen worden en hoe we anderen kunnen meenemen hierin. 

Doorlopend:

Door alle fasen heen zal er een cyclus van delen, meenemen en toetsen plaatsvinden. Middels actieonderzoek worden mogelijke oplossingen getest in de praktijk en deze bevindingen worden weer teruggebracht in de groep. De PLG zorgt ervoor dat (tussentijdse) ‘oogst’ regelmatig gedeeld wordt met het werkveld. 

Afronding en vervolg

Ten slotte is er nog een fase ter afronding, waar evaluatie en reflectie (zowel op het proces als op de resultaten) een belangrijke rol innemen. De resultaten van de PLG worden geborgd en er vindt een overdracht plaats van de bevindingen aan het werkveld. Ook wordt er een besluit genomen over een eventueel vervolg en de vorm daarvan.